Totaal aantal pageviews
over allerdaagse dingen
dinsdag 21 december 2010
kerstgroet
In de mailbox trof ik een digitale ansichtkaart aan met daarop een naakt personage voor een kerstboom die mij een zalig kerstfeest toe wenste. De persoon keek niet blij . Ik nam de situatie in ogenschouw ; niets kwam mij bekend voor. Noch de persoon, noch de situatie waarin hij was vastgelegd. Zou ik dit heerschap moeten kennen? Nu ben ik niet zo enorm goed met namen geef ik toe maar gezichten blijven toch heel lang hangen bij mij.
De kaart bleef een raadsel. De man droeg een valse witte baard en flodderige kerstmuts en had ter verduidelijking door zijn personage heen de tekst “Ho ho ho” geshopt. Ho inderdaad want een kerstkaart in deze outfit had voor mij niet gehoeven. Ik heb namelijk helemaal niets met kerstmannen en bijbehorende arreslee met rendieren en sokken met kadootjes. Een met sneeuw bedekte kerstboom gaat nog net maar veel meer moet ik toch niet onder ogen krijgen.
Omdat ik zelden de speakers van mijn PC aan heb komen geluidseffecten normaliter nooit zo tot mij. Maar nu bleken de speakers toevallig wel onder spanning te staan en begon de kerstkaart geluid te produceren. Er klonk het meest vreselijkste amerikaans kerstmis gekweel, iets waaraan je de komende dagen niet meer aan kan ontsnappen tenzij je in een isoleercel zit opgeborgen.
Met de speakers uit en de foto in breedbeeld op het scherm vroeg ik in het rond of iemand enig onderdeel van de blote afzender wist te herkennen maar dat bleek niet het geval.
Uit het postuur viel op te maken dat de persoon een bourgondisch leven leed . Een behoorlijke omvang gedragen door twee haarloze benen en dito geschoren hang en sluitwerk dat deels door het “Ho ho ho” aan het zicht van de kijker was onttrokken.
Om niet onaardig over te komen besloot ik de zender van al het moois met een simpele return mail te bedanken en hem hetzelfde te wensen. Maar wat schrijf je voor kerst groet aan een onbekende? Ik hield het neutraal want nog steeds had ik het gevoel dat ik de afzender zou moeten kennen.
De digitale kerstkaart heb ik maar niet uitgeprint.
Bloot kent grenzen.
Oja, voor ik het vergeet maak ik van deze gelegenheid gebruik om de lezers van mijn blogje een warm kerstfeest toe te wensen. In plaats van kaarten, want ik ken U denk ik niet.
De auteur.
zondag 19 december 2010
Winter
Omdat het winters weer flink om zich heen grijpt en ook wij met dertig centimeter sneeuw worstelen staat een bezoek aan frankrijk op losse schroeven. Altijd lastig in te schatten of de weg naar ons huis begaanbaar is. Een belletje naar een locale bewoner brengt in ieder geval een beetje klaarheid in de wegencondities maar hoe lang is dit weerbericht geldig. Het zal niet de eerste keer zijn dat we worden verrast door een witte wereld en dat betekent op onze weggetjes meestal niet veel mobiliteit meer.
Mochten we besluiten niet te gaan op het afgesproken tijdstip dan kunnen we teleurstelling verwachten van de achterban. Die verheugen zich op een ouderloos bestaan van een week. De hemel is nog grijs en de verwachting is nog meer sneeuw. Ik overweeg een rondje sauna met een duik in de sneeuw als toetje maar het komt er niet van want er wippen onverwachts vrienden van ons binnen die, wit door de sneeuw, een flinke wande;ling hebben gemaakt. Dat hadden wij ook willen doen want er was een snert wandeling in de ochtend die we glad vergeten zijn te wandelen.
S' avonds sneeuwt het weer gestaag door. Omdat onze vakantie nog een aantal dagen op zich laat wachten gaan we om elf uur s'avonds de winternacht in om paden en voertuigen sneeuw vrij te maken. De verse sneeuw flonkert ons tegemoet. Paksneeuw is het. Na een kwartier vegen en krabben is het blik dat niet onder een afdak staat onder een dikke deken van sneeuw vandaan gekomen. Heerlijk toch ,die vrieslucht. Er staan meer buren hun heilige koe ijs en sneeuwvrij te maken op dit vreemde tijdstip.
Een uur later in bed kan ik de slaap niet te pakken krijgen.Te veel aan zuurstof binnengekregen denk ik. De slaapkamer is vreemd verlicht door de weerschijn van de witte wereld om ons heen. Geen geluid is meer te horen. Ook een effect dat door een dikke witte deken wordt veroorzaakt.
Zo lijkt het toch ook een beetje op frankrijk.
vrijdag 17 december 2010
Een afscheid zonder tranen
Met de laatste UIT! die ik vanwege een (aflopend ) lidmaatschap van de NFN op mijn deurmat aantrof kreeg ik weer de bevestiging hoe niet-ecologisch en on-groen die NFN als beweging is geworden. Zo zou het toch niet altijd geweest zijn ,vraag ik me peinzend af. Ooit is de klup als een idealogisch gebeuren opgezet en was het doorspekt met aandacht voor alles wat groeit en bloeit
Me dunkt dat hun blad nog op grijs kringloop papier moet zijn gedrukt.
Ooit ja.
Ik heb het niet mogen meebeleven. Het eerste jaar van mijn lidmaatschap was ook meteen het jaar van de grote ommekeer, zo bleek. De grauwe en alternatieve geiten wollen sokken klup die de NVN tot dan toe leek te zijn had definitief gebroken met haar naakte zonderlinge imago en plotsklaps waren daar de reklames van wellness centra, aanbiedingen van luxe cruises in verre oorden en nietszeggende reportages over de “ bekende nederlander” waarvan doorsnee nederland wel weet hoe millieu onvriendelijk die voor de gemeenschap meestal plegen te zijn.
In het tweede nummer van de organisatie stond dan ook de ingezonden brieven rubriek vol met verontwaardiging. Dit was niet de kant die de NFN uit moest gaan, vond de pure naturist.
Maar commercie wint het altijd van idealen. En zo verstomde de protesten en namen de niet ecologische overblijvers het niet zo nauw meer met de inhoud en de richting die hun NFN had ingezet.
Wellness mag moeten. Zweefteven op leeftijd kwamen veelvuldig aan het woord en het blad laveerde met de diepgang van een rijnaak. Maar de kritische lezer was al lang vertrokken, zo leek het. Toch kwam er kritiek; men vond dat het blad bloter moest. Het was tenslotte het officiele orgaan van de naturisten federatie en dan mag bloot frontaal gezien worden.
Wel discreet als post verzenden natuurlijk.
En het blad werd even wat bloter. De ene vijftig plusser na de andere verscheen ten toneel. De vergijzing van onze bevolking kwam daardoor nog eens goed onder de aandacht zo. Maar ook dat was weer niet goed. Er moest meer jong bloot in het blad. Steeds meer ging ik twijfelen aan de moraal van het publiek dat dit blad moest bekoren. Waarom wil ik zo’n blad nog ontvangen? Hoe was het daarvoor?
Meer mijn richting, betrokkener met de natuur of gewoon hetzelfde grijs geleuter in een wat outbolliger jasje gestoken. Dat moet ik zien te achterhalen want de eco naturist moet er toch geweest zijn.
Als ze nog lid zijn natuurlijk.
Tot ik een gecopieerd artikel op de NFN website vond dat mij wel heel erg aansprak. Kamperen in je blootje heette het en aan het woord kwam een vrouw die het erg belangrijk vond om zo ecologisch en millieu bewust te leven als pratisch kon en het daarnaast ook nog eens heerlijk vond om zonder kleren de elementen te ervaren.
Met een eigen boerderij in zuid west franlkrijk waar ze af en toe wat gasten ontvangt, niet te veel want de rust is belangrijk. Rookvrij, gifvrij en een grote aanhangster van ECOVERT produkten. Natuur is iets om voorzichtig mee om te gaan en respect voor te tonen; zo is het.
Ze zijn er dus wel, de eco naturisten.
Die ga ik zeker eens opzoeken.
We mailen al.
woensdag 15 december 2010
Zon dr op
U moet met de borsten bloot.
Wetenschappers hebben na een studie van 10 jaar overtuigend bewijs dat regelmatig met blote borsten in de zon en een vitamine D rijk dieet de kans op borstkanker met 43 % doet afnemen. Opnieuw een bericht dat de weldaad van zonlicht op je blote vel niet zo slecht is als men eerst heeft geroepen. Volgens een gerespecteerde oncoloog biedt zonlicht op je vel voor je gezondheid zoveel meer pluspunten dat het feit dat je bij verbranding door de zon een verhoogde kans op huiskanker krijgt maar op de koop toe genomen moet worden
Altijd al gedacht dus. Zonlicht doet een mens goed en helpt bij het bestrijden van kwalen en voorkomen van ernstige klachten.
Wel even voorzichtig aan als U papier blanke borsten bezit want ze laten verbranden is niet goed dus. Langzaam laten wennen aan de zon. U moet maar denken , het is voor een goede zaak.
maandag 13 december 2010
stilstaan is achteruitgang
De blootbeurs is weer geweest. Stormachtig succes ? Ik zou het niet kunnen zeggen.
De kranten zijn ditmaal niet geweest kennelijk want ik lees er nergens over.
Niet vreemd, want er is meer werelds nieuws te vertellen dan je verdiepen in de mogelijkheden die de wereld biedt aan de doorsnee blootrecreant
Bloot was het natuurlijk weer niet echt. En veel meer nieuws was er over bloot niet te vertellen denk ik. Over bloot ben je snel uitgepraat, al doen sommige fora’s anders vermoeden.
Alleen daar wordt er voorzichtigjes even iets over gerept. Gezellig druk, zo schrijft men. Verder viel het misschien ook wel een ietsie pietsie wat tegen. Wederom kon je je bloot laten kieken en wederom waren er vele aanbiedingen van blootcampings uit alle windstreken en wederom heel veel standhouders die geen naturisme maar wat anders kwamen verkopen.
Maar het is er. Misschien volgend jaar wel weer een. Groei zit er niet in natuurlijk. De jeugd geeft zich niet letterlijk bloot. Steeds minder zelfs .Ze meerderheid voelt zich veel meer thuis in poncho’s, slobberjeans en afgetrapte nikes .Ze trekken nog maar eens de capuchon diep over het eeuwige honkbal petje. Ook komt er nooit geen aanwas uit de multiculturele minderheid .
Zo blijft de beurs een vrij belegen en voornamelijk blank bezoek aantrekken
Lastig dus om het imago van de blootloperij wat beter uit de verf te doen laten komen.
Vorig jaar liep Rutger Castricum van PowNews gezellig in zijn blootje rond te huppen op de blootbeurs. Een statement over bloot kunnen zijn op dzo'n blootbeurs, zo was het verhaal. De organisatie was in rep en roer en men sprak er schande van. Dat is toch een beetje raar. De zichzelf “naturist” noemende medemens zoekt als je de fora’s bezoekt voordurend naar illigale mogelijkheden om uit de kleren te gaan.
Dan zou juist zo’n blootbeurs een geweldig statement maken door de bezoekers niet te verplichten kleren te moeten dragen maar gewoon iedereen vrij z’n gang laten gaan.
Maar dat vindt de NFN niet de bedoeling. En zo kan het komen dat er meer bloot op de huishoudbeurs rondloopt dan op een naturisten beurs.
Vraag maar niet waarom.
vrijdag 10 december 2010
knoppen
Ik druk op een van de talloze knoppen van mijn zapper.
Dan zie ik weer zo’n holywoord producties met een hoop B acteurs een povere science fiction vertelling visualiseren. Even blijf ik hangen in mijn zaprondje om te zien welke ergernis ik nu weer op doe.
Holywoord houdt niet van simpele allerdaagse wetten van de natuur die ook over tien miljoen jaar nog gelden maar steevast voor de sensatie in hun producties even niet meeteld.
In vacuum hoor je geen geluid. Toch knalt en brult alles vrolijk rond in het luchtledige en komt dat via de luispreker van het toestel tot mij.De leveranciers van vuurwerk in china hebben zich weer heerlijk kunnen uitleven want de vonken spatten er weer van af.
Een ander blijvend fenomeen dat telkens weer mijn lachspieren weet te bewegen zijn de talloze knipperende lampjes waar je geen idee van heb wat ze moeten aangeven.Dan die eindeloos lange rijen van schakelaars en hendels voorzien van geen enkele tekst die door de acteur altijd moeiteloos in de juiste volgorde aan worden gezet.
Tot slot de beeldschermen waar een onbegrijpelijke brei data over heen scrolt in een snelheid wat begrijpend lezen een heel andere dimensie laat worden.
Maar de acteurs spotten met onze tekortkomingen . Ze duiken in klaar staande ruimteschepen en zelfs geheel onbekend met het tuig weten ze uit de wir war van ongeletterde knipperlampjes en schakelaars feilloos de juiste om te zetten en hup. Ze zoeven zonder enige hapering de wijde luchtledigheid in. Nooit zie een keer zo’n superman hopeloos kijken en al helemaal ondenkbaar dat zo’n persoon ter onverrichte zaken uit de raket stapt omdat hij het ding niet aan de praat krijgt.
Het is vreemd dat in de toekomst de schakelaar nog altijd bestaat, terwijl er al lang mogelijkheden op de mark zijn gebracht waarbij door de menselijke stem de bediening plaats vindt en drukken op toetsen overbodig is geworden.
Dat ik nu typ op een toetsenbord is eigenlijk dus idioot. Een simpele microfoon en een spraak herkenning programma kunnen mijn gedachtenspinsels al practisch foutloos vertalen in klare computer tekst.Vreemd ook dat in hun eigen verzinsels vaak al een super alwetende computer centraal staat die state of the art is, emoties toont en zoals te voorspellen uiteindelijk uit is op de uitroeing van met name amerikanen. Je kunt het zo’n ding ook niet kwalijk nemen maar aan het eind van het liedje trekt de supercomputer toch aan het kortste eind omdat het brein van de mens in de film altijd nog slimmer is dan de chip.
Dat geldt niet voor mij. Ik verlies zelfs op level 1 al met schaken van mijn computer. Wist U dat de huidige PC die bij U thuis staat 100 keer meer rekencapaciteit heeft als de boordcomputer van Apollo 11 die naar de maan moest?
Maar goed, over honderd jaar na nu zullen er volgens Hollywood nog steeds mensen loze knopjes moeten verzetten en blijven er nietszeggende lampjes flikkeren.
Dat hoort nu eenmaal bij science fiction.
Effe verder zappen
dinsdag 7 december 2010
Voorbij
Het leven van een fan kan ingewikkeld zijn.
Dat je dingen van iets verzamelt of er altijd iets mee van doen wilt hebben en dat kenbaar maakt door kledij of een plaatje op je vel bijvoorbeeld.
Ik heb lang naast de voorzitter van een duitse schlager grootheid gewoond. Jurgen Marcus heette hij en was in de jaeren zeventig denk ik een topper in zijn genre. De buurvrouw was meer dan gek van hem. Een hele zolder was aan zijn verschijning opgeofferd ; hier klopte het hart van de fanclup voor de nederlandse fans.
Er was bij een bezoekje aan de buurvrouw nauwelijks aan te onsnappen. Tot op de WC aan toe dreef Jurgen Marcus boven. Washandjes, zeep en de spiegel waren van zijn voorkomen voorzien. Niet altijd maar wel vaak klonk er door het huis de schlager muziek . Hoezee.
Hoogtijdagen waren de festivals in nederland. Dan kwam vaak al heel vroeg de ster met zijn management en ander gevolg de straat in rijden en konden we de buurvrouw in opperste geluk doodnerveus gade slaan . Der Jurgen ist da!
Aardige kerel wel, zoals ik hem herinner. Wij werden altijd even kort in de feestvreugde betrokken en toen mijn moeder wat slecht ter been was bleek Jurgen met zijn gevolg niet te beroerd met buurvrouw voorop bij haar aanwippen . Mijn moeder was dan wel geen echte fan maar wel haar lievelings buurvrouw , vandaar.
Mijn moeder hield niet zo erg van Duitsche Schlagers. Ze komt uit vooroorlogs rotterdam.
Toch kon ze warempel heel goed toneel spelen want Der Jurgen werd altijd vriendelijk ontvangen en met oprechte belangstelling naar zijn nieuwste hit gevraagd . Wonderbar.
Ook de in de haast opgehangen poster deed het altijd goed. En zo bleef Jurgen jarenlang in beeld. Tot de buurvrouw ging verhuizen . Toen verdween Jurgen uit zicht.
Nog even ging het gesprek wel eens over die hele dikke meneer die altijd met Der Jurgen mee reisde en de grote gangmaker achter het schlager festifal bleek te zijn. Harry Thomas heette hij. Wij herkende hem aan zijn zeer omvangrijke torso die ooit in hoge nood en te ver af van buurvrouws plee bij mijn ouders op een altijd al heel bekrompen klein toilet heeft gezeten, waarbij wij allen in spanning verkeerden of we hen ooit nog zelfstandig uit het kleinste kamertje zouden ziet terug keren . Het duurde een eeuwigheid.
Nadat de buurvrouw daadwerkelijk uit onze buurt en vrijwel direct ook uit ons leven was vertrokken bleef het in de straat stil. De poster die eens na een opruim aktie uit de kast kwam rollen heeft ons moeder niet bewaard. Zo verdween Jurgen definitief uit beeld.
Want fan zijn we nooit geworden.
Niet erg.
zondag 5 december 2010
smoesjes
Er moest een ver familielid begraven worden in het diepe zuiden. Niet dat we met de persoon zelf in kwestie enig kontakt hadden maar zoiets wordt via telefoon en mail kenbaar gemaakt in het geval dat er meer aanhakers zijn voor een begravenis partij.
Los nog van de barre weersomstandigheden waarin het zou plaatsvinden hadden we niet het voornemen.
“Knap als je een spa de grond in krijgt” dacht ik nog even want met zo’n vorst van de afgelopen dagen moet dat toch snel gaan. Maar de uitvaart branche zit natuurlijk ook niet stil. Kleine mechanische wondertjes graven bij min tien nog moeiteloos een gat in de loss natuurlijk.
Ikzelf zag iets te romantisch een oude kromme kompel nog met een kolenschop aan de gang.
Begraven worden of cremeren. Lastige keuze. Het vooruitzicht te worden opgevreten door pieren en andere kruipsel afgezet tegen een hoop vlammen die je in een paar minuten te letterlijk tot as laat veranderen. Denk aan het millieu.
De crematoria hebben onlangs bezwaar gemaakt tegen het gebruik van uit karton en wol gemaakte kisten waarmee millieu bewuste overledenen nog een laatste statement willen afgeven. Ze zouden prematuur in de fik vliegen.
Daar heb ik lang over zitten nadenken. Ik kon moeilijk geloven dat zo’n kist door spontane zelfontbranding de aanwezigen de stuipen op het lijf kon brengen. Maar het bleek dat het steeds vaker voorkomt dat de familie daadwerkelijk de kist de vlammen in wil zien gaan. Hier kun je van alles bij bedenken. Toegegeven, bij begraven zie je de kist de aarde in verdwijnen dus waarom bij creeren niet de kist de vlammen in zien schuiven. Geen beelden die ik me graag nog eens voor ogen heb, eerlijk gezegd.
Helemaal , zo doet althans het verhaal, als de alternatieve kist al heel erg stevig in de hens staat voordat het luik kan worden gesloten.
Maar probeert U zelf eens een ( waardeloos en slecht geschreven) boek in de brand te steken. Of Uw wollen trui eens aan te fakkelen.
Nee, dat gaat U niet zomaar lukken. Beiden branden namelijk erg slecht.
Maar waarom dan dit bericht toch de wereld ingezonden?
Om de winst.
Veel liever verkoopt de begravenisondernemer U een dure nephouten kist dan een gemaakt van simpel papier.
Want aan de dood kleeft heel veel marge.
vrijdag 3 december 2010
Sinterklaas mag zich verheugen in een toenemende populariteit.
Zo groot zelfs dat de stichting die in het leven was geroepen om sinterklaas als volksfeest te redden van de verschrikkeijke kerstman zichzelf heeft opgeheven.
Zulk nieuws mag niet aan de media attentie ontsnappen.
Ik denk ook dat dit komt omdat onze sinterklaas elk jaar met z’n tijd weet mee te gaan. Wij houden ook de traditie in ere. Een keer per jaar een keer met de tong tussen de lippen het witte papier weten te vullen met een bijtend gedicht is niet te veel gevraagd aan de huisgenoten, zo vinden we. Alleen het trekken van de lotjes is een gedoe. Anders dan families met heel veel inwoners moeten wij het met slechts z’n viertjes klaren.
Als gevolg daarvan trekken we ons zelf minimaal drie rondes lang. Is eenmaal de verdeling wel goed verlopen dan duurt het doorgaans erg lang om het verlanglijstje volgepend te krijgen zodat bij het naderen van de deadline je makkelijk weet te ontrafelen wie wie getrokken heeft. Pap, je hebt nog niets ingevuld, dan krijg je ook niks hoor.
Het doet er niet toe natuurlijk. Een pakkend gedicht over iemand weten te maken is een mooie gelegenheid die je niet moet laten lopen.
Meestal komt de inspiratie op het allerlaatste moment. Vroeger nam ik daarvoor de pen ter hand maar met de gemakken van de printer schrijf ik mijn gedichten al jaren per computer. Rijmschema’s hanteer ik niet. Voor mij is het “lopen” van zo’n gedicht belangrijker. Lekker vlot kunnen voorlezen is primair want een gehakkeld voorgelezen gedicht verliest veel van haar inhoud en kracht.
Ik heb nog niets.
De inspiratie is er nog niet maar ik heb onderwerpen voldoende over het slachtoffer dat mij door het lot is toegwezen
Ach, ik heb nog een dag te gaan.
donderdag 2 december 2010
Komt ie?
Omdat er ergens in mij een deel fries bloed stroomt moet dat verklaren waarom ik vastbesloten ben af te reizen naar friesland bij de eerste aankondiging dat die elf stedentocht werkelijk gaat plaatsvinden. Niet dat ik hem probeer te volbrengen want het is te lang geleden dat ik zelf op mijn ouwe viking noren heb gestaan om een rondje te doen.
Nee, ik ga om de sfeer. Thermopak aan,dikke gevoerde laarzen aan de voeten en dan langs de kant in een gezellig dorpje aansluiten bij die duizende idioten die de hele dag lang de schaatser weten aan te moedigen, want dat hebben ze nodig, zo hoor je telkens.Bij de laatst gehouden tocht was ik niet in het land.Ik zat in verwegistan voor het werk en moest tot mijn spijt het gebeuren aan mij voorbij laten gaan zonder zelfs maar een glimp te hebben opgevangen van de tocht der tochten.
Nooit heb ik de werkelijk ambitie gehad om de tocht, mocht ie komen, daadwerkelijk mee te schaatsen. Respect voor diegene die de twee honderd kilometer wel hebben geschaats.
Ik herinner me nog wel een weekend waarop ik eens twee schaatstochten heb volbracht van samen 100 kilometer. Dat vond ik al erg veel. Maar toegegeven, er stond geen publiek aan de kant en ook de media was niet komen opdagen.
De tocht voor mij bestond hoofdzakelijk uit het proberen bijhouden van de buurjongen die net had leren schaatsen en geen enkele moeite scheen te ondervinden van de tegenwind en de kou terwijl mij wel alles pijn begon te doen.
Ik ben de enige in huis die heeft geschaatst. Vroeger op elk bevroren slootje, pootje over oefenen en ijshockey spelen met een zelfgemaakte stick en een stuk ijsschots.
Mijn oude ijzers zijn aan een grondige revisie toe maar ik vergeet dat telkens te laten uitvoeren .
Zo gaan de winters al jaren zonder ijspret aan mij voorbij. Voor schaatsen moet je conditie opbouwen en dus regelmatig oefenen op een ijsbaan. Dat is op zich al een hindernis die ik niet neem.
Buiten is het min zeven. Het sneeuwt en dat is niet goed voor het ijs. De rayon hoofden zullen moeten gaan sneeuwschuiven. De voorspellingen tot aan het weekeind reppen nog over flinke vorst. Niet lang genoeg dus.
Toch zou het erg leuk zijn als de tocht komt. Het duurt maar een dag en het kost je niet meer dan een vrije dag en een hoop drank en hete snert.
Laat maar komen dus
woensdag 1 december 2010
Verbergen
Hoe dik moet je zijn om 3 jeansbroeken, vier paar laarzen , een portefeuilles en een partij handschoenen te verstoppen in de plooien van je vel?
De krant die dit artikel publiceerde citeert een amerikaans dagblad die melding maakt van een opvallende diefstal, gepleegd door twee wel heel erg dikke dievegges die hun buit hadden verstopt onder hun blubbervet rollen en hun no doubt zeer omvangrijke voorgevel in de hoop niet gesnapt te worden. Dat liep anders.
Ik kan met het postuur van die dames zonder moeite voorstellen want bijkans elke avond krijg je tal van vette inwoners van amerika op je flatscreen TV geprojecteerd.
Niet een beeld waar ik lang naar wens te kijken, overigens. Vretende yanken.
Elke sitcom kan nu eenmaal niet buiten de dominante factor in het leven van de doorsnee amerikaan, namelijk hun niet te stillen honger.Een amerikaanse sitcom vinden zonder keukentafel en een in beeld gebrachte etende acteur is bijkans onmogelijk.
Real life is het niet anders.
Ze vreten wat af in dat land. De hele voedingsindustrie en horeca is dan ook vierentwintig uur zeven dagen in de weer om al die honger te stillen. Er zal dan niet snel een plek in dit land zijn waar je niet je honger kunt stillen op enig moment van de dag of nacht.
Precies dat aspect blijkt voor de amerikaanse toerist dan ook een groot probleem bij het bezoek van elk ander land dan zijn eigen.
Hoewel onder de onmiskenbare kopieer drift amerikaanse toestanden ook in europa te importeren de situatie al dramatisch anders is als een tien jaar terug blijkt de yank in europa nog vaak zijn honger niet op elk moment van de nacht te kunnen stillen.
Daarover hoor je ze dan ook graag klagen.Door het mislopen van al de extra snacks buiten de min of meer drie geplande maaltijden valt de in europa vakantie vierende jank misschien zelfs af. Nooit voldoende echter om bij de terugreis naar hun geliefde vaderland elke naast zo’n vlees kolos gezeten relatief magere europeaan een plezierige overtocht te gunnen.
Die moet zich maar plooien naar de vetrollen die over de stoelleuning bloezen.
Leeg, mag ik hopen
maandag 29 november 2010
potjes
De laatste maand van dit jaar breekt aan. Agenda’s beginnen vol te raken en afspraken voor volgend jaar worden op de kantlijn bijgeschreven uit nood omdat een nieuwe nog tot na sinterklaas op zich laat wachten. Goede voornemens voor volgend jaar liggen misschien al in de week. Ik hoor er nog niemand over.
Niet te lang vooruit kijken maar. De toekomst is onzeker en met onzekerheid valt niet makkelijk te leven, doorgaans. Het lijstje met uitgaves voor volgend jaar staat wel al in de steigers. Een gezonde financiële planning geeft een goede nachtrust.
De grote uitgaves zijn ook dit jaar weer uitgebleven zoals verwacht, hoewel de kosten aan een van de ouwe barrels waarmee we ons vervoeren wel boven de begroting is uitgekomen. Het risico dat je loopt met oud spul.
De PC die er eindelijk is gekomen was eigenlijk al voor vorig jaar voorzien dus die telt niet eens mee. En het dak, verreweg de grootste uitgave, zal dit jaar niet gebeuren verwachten we. Die komt als eerste post op de lijst voor volgend jaar.
Ik heb denkbeeldige potjes voor de financien. Een potje voor het onderhoud van de huizen, de financiering van twee studies en het mobiel houden van ons transport.
Het maakt zaken overzichtelijk. Toch sta je altijd voor verrassingen. Onvoorzien dus. Dus ook daar ook een potje voor verzonnen.
Zo lijkt het waterdicht. De bron waarmee de potjes gevuld wordt is een nog redelijk zekere job. Maar zoals vroeger gewoon was je pensioen halen bij een en dezelfde baas is zoiets al lang verleden tijd voor werknemers van vandaag. Gemiddeld raakt 1 op de 5 werknemers in hun werkzaam leven een keer in de situatie dat hij of zijn de baan gedwongen verliest. Vaste banen raken uit de tijd.
Langzaam zien we de pensioenleeftijd omhoog kruipen. Hoe oud moet je straks worden om met staatspensioen te mogen?
Maar ook dat hebben we jaren geleden al voorzien. Zo creerden we al een poos geleden ons eigen pensioen. Maar hoeveel blijkt dat over tien jaar waard te zijn?
Maar toch denken we steeds vaker aan een datum die met elk oud en nieuw dichterbij komt waarop we willen gaan stoppen omdat het kan.
Dat is zo leuk aan potjes
Als je ze maar vult.
in
Pyjama’s zijn weer helemaal hot, schrijft de pers. De werkende mens die een werkplek heeft verruild voor thuis werken zit plezieriger in z’n vel met een pyama aan dan in vrije tijds kleding, zo schijnt.Ook s’avonds hangt men eigenlijk liever in pyjama op de bank dan dat men uit wil gaan. Dat snap ik .
Maar wat maakt een pyjama dan zo veel lekkerder en relaxter dan alle andere kledij. Zelf heb ik geen pyama dus ik kan het niet ervaren. Thuis draag ik niet normaliter niet zo veel textiel ,zelfs op kouwe dagen meestal niet meer dan een trainingsbroek en een tshirt. En een body jas als het wat kil is want warm blijven is belangrijk.
Iedereen aan de pyjama.
Pyjama’s zijn trouwens in veel culturen gewoon geaccepteerd als kledij waar je mee over straat loopt. En waarom ook niet. Ik kan me niet meer heugen dat ik een echte pyjama heb bezeten. Zomers slaap ik bloot en winters in een t shirt. Verder kom ik niet en meer heb ik ook niet nodig eigenlijk.
Wel heb ik een statige badjas. Dat was een kado dat ik kreeg toen mijn sauna was geboren.Samen met een sauna kilt. Hoewel de saunakilt nimmer de sauna heeft gezien maar verder vaak even aangeschoten wordt voor gekleed bezoek te ontvangen neem ik af en toe de badjas expres uit voor een wandeling want anders hangt ie maar te hangen.
Handig aan het ding vind ik de twee enorme zakken maar ik geef meteen toe dat ik ze zelden hoef te gebruiken. Zitten er zakken in een pyjama? Ik zou niet weten waarom dat een noodzaak zou zijn. Voor een zakdoek misschien. Of als je ‘m ook buitenshuis dragen wilt natuurlijk. Wie het weet mag het zeggen.
Ooit heb ik een twee kimono’s mee uit Taiwan genomen. Kimono’s zijn van orgine natuurlijk japans, ik weet het.Maar dit was een koopje en tevens een leuk kadootje voor een vriendin waar ik toen mee omging en zo af en toe s’ochtends een koppie thee mee dronk. Beiden in een kimono leek me wel leuk. Jammer wel dat het samen theedrinken in de ochtend vrij snel na de kimono introductie ophield en wij ieder ons weg gingen.
De beide kimono’s bleven achter in haar huis.
Dat was wel jammer, zo bedacht ik jaren later. De kimono’s waren best het aanzien waard. Maar slapen doe je d’r niet in.
Daarvoor zijn pyjama’s . De derde garderobe, zo heet het nu.
Erg trendy.
Maar wat maakt een pyjama dan zo veel lekkerder en relaxter dan alle andere kledij. Zelf heb ik geen pyama dus ik kan het niet ervaren. Thuis draag ik niet normaliter niet zo veel textiel ,zelfs op kouwe dagen meestal niet meer dan een trainingsbroek en een tshirt. En een body jas als het wat kil is want warm blijven is belangrijk.
Iedereen aan de pyjama.
Pyjama’s zijn trouwens in veel culturen gewoon geaccepteerd als kledij waar je mee over straat loopt. En waarom ook niet. Ik kan me niet meer heugen dat ik een echte pyjama heb bezeten. Zomers slaap ik bloot en winters in een t shirt. Verder kom ik niet en meer heb ik ook niet nodig eigenlijk.
Wel heb ik een statige badjas. Dat was een kado dat ik kreeg toen mijn sauna was geboren.Samen met een sauna kilt. Hoewel de saunakilt nimmer de sauna heeft gezien maar verder vaak even aangeschoten wordt voor gekleed bezoek te ontvangen neem ik af en toe de badjas expres uit voor een wandeling want anders hangt ie maar te hangen.
Handig aan het ding vind ik de twee enorme zakken maar ik geef meteen toe dat ik ze zelden hoef te gebruiken. Zitten er zakken in een pyjama? Ik zou niet weten waarom dat een noodzaak zou zijn. Voor een zakdoek misschien. Of als je ‘m ook buitenshuis dragen wilt natuurlijk. Wie het weet mag het zeggen.
Ooit heb ik een twee kimono’s mee uit Taiwan genomen. Kimono’s zijn van orgine natuurlijk japans, ik weet het.Maar dit was een koopje en tevens een leuk kadootje voor een vriendin waar ik toen mee omging en zo af en toe s’ochtends een koppie thee mee dronk. Beiden in een kimono leek me wel leuk. Jammer wel dat het samen theedrinken in de ochtend vrij snel na de kimono introductie ophield en wij ieder ons weg gingen.
De beide kimono’s bleven achter in haar huis.
Dat was wel jammer, zo bedacht ik jaren later. De kimono’s waren best het aanzien waard. Maar slapen doe je d’r niet in.
Daarvoor zijn pyjama’s . De derde garderobe, zo heet het nu.
Erg trendy.
vrijdag 26 november 2010
Ongelooflijk
Het vlot aardig met de ontwikkeling van de nieuwe website. Nadat een zoektocht op het internet een gratis trail versie van een flashwebsite design programma had opgeleverd was het proberen geblazen of de software het verschil kon maken met de oude en vertrouwde microsoft framemaker. De demo versies die de fabrikant op haar website liet zien had potentie.
Toch moet je met demo’s uitkijken. Daarvoor haalt de fabrikant alles uit de kast zodat het heel erg aantrekkelijk wordt om het pakket aan te schaffen natuurlijk.
Echter kom je als simpele ziel al snel achter dat het maanden studie en veel frustratie kost om maar ook zoiets gelikt te creëren en vaak komt het niet eens zover en eindigt het software pakket bij de melding “you have un-used icons.”
Deze fabrikant had echter een betere strategie. Hij stelde elke potentiele koper in staat de hele mik te downladen zonder limitaties van gebruik of een termijn dat de boel blijft werken. Ook zou je geen herinnering en krijgen om de boel te kopen en bleef je mailbox verschoont van spam.
Het klonk bijna te mooi om waar te zijn.
Maar toen ik het pakket inderdaad kon downladen en het vervolgens zonder enig probleem installeerde op de pc en kon openen zonder enige voorwaardes vooraf begon ik te geloven in wonderen. Ik kwam welliswaar na wat probeerseljes tot de conclusie dat niet alle meegeleverde programma’s bij mij in de smaak konden vallen maar dat terzijde. De fotoboeken, knoppen makers en een banner programma bleken nader beschouwd nogal pover maar die hoefde ik ook niet aan te schaffen.
Er bleef eigenlijk maar een programma over waar het me ook in eerste instantie om te doen was; het webdesign programma en dat werkt heel behoorlijk.
Daar speel ik nu een weekje mee en ik moet zeggen dat ik de functionaliteit begin te waarderen. Hoewel het natuurlijk elk vrij uurtje in de avonden en het weekend heeft gekost begint het fundament van mijn nieuwe design duidelijk vorm aan te nemen.
Het downladen naar de provider gaat eveneens zonder problemen. Wat je maakt aan design komt er inderdaad op het web precies zo uit te zien. Dat is wel eens anders.
Alleen komt er een watermerk door elke pagina heen dat vertelt dat het hier gaat om een trial versie. Dat is fair want het heeft voor de fabrikant tenslotte nog niets opgelevert. Als ik besluit een bedrag over te maken krijg ik een software code waarmee ik het watermerk laat verdwijnen.En krijg ik levenslang alle updates free of charge. het overwegen waard.
Na een week spelen met de software komt nog een belofte uit.
Geen enkele spam mail van ze ontvangen.
donderdag 25 november 2010
drukte
Soms raakt je als mens zo druk . Zelfs een stukkie pennen lukt niet goed.
Dan lijkt het of in eens alles tegelijk moet geschieden .Nu het jaar snel ten einde loopt krijgt men met alles haast. .
Haast is niet leuk. Teveel ook niet. Het zou veel beter zijn de dingen te kunnen doseren en spreiden over het jaar heen. Maar dat vraag een strakke planning en daar schort het zo vaak aan.
Ook ik ontsnap niet aan de haast en drukte. Zo loopt de kalender vol en worden de werkdagen stiekum steeds langer.
Eenmaal thuis val je in een stoel neer tot het tijd is voor je bed.
Maar ik heb geen tijd voor hangen. Zo snel de week omgaat, nog harder ben je door het weekend heen. Vrije dagen zijn er niet bij, het is doorstampen tot bijna kerstmis om dan te genieten van een weekje rust in frankrijk
Alleen zo af en toe de sauna in laat ik me niet afnemen. Even een momentje rust voor jezelf.
vrijdag 19 november 2010
Nieuwe start
Ik zit te twijfelen over de website die onze avonturen in frankrijk in beeld brengt. Het ontwerp is eigenlijk ronduit saai te noemen . Geen wonder want de software die mijn website heeft gemaakt is simpel en zonder leuke franje. Geen sjieke flash introducties of mooie bladwijzers. Maar het werkt feilloos.
Meer als een grote collectie fotoboeken met begeleidende teksten is het eigenlijk niet. Het geeft een aardig inzicht in wat we zoal doen en hoe het er uit komt te zien .
Een handig programmaatje genereert een flash fotoboek op je scherm, welke je door het aanklikken van foto’s naar willekeur laat verschijnen en verdwijnen.
Het geheel echter oogt mij nu armetierig. In vroegere jaren zou de website best acceptabel genoemd kunnen worden maar vandaag de dag lijkt het nergens meer op.
Dus nu sta ik in dubio of ik de huidige website niet moet opfleuren door een modern webdesign programma aan te schaffen of maar gewoon de site aan de wilgen hang en de provider mee ga delen dat ik aan het eind van dit jaar er mee ga te houden.
“Waarom zou je ermee stoppen?” mijn vrouw heeft zo haar eigen inbreng in dit proces en komt met een goede observering. “Maak een site die aansluit op de behoefte van de bezoeker”.
Helemaal juist. En zeker ook wel aan gedacht. Ik heb de site gemaakt vanuit mijn optiek en naar aanleiding van de vele vragen van familie ,vrienden en kennissen om eens foto’s van ons franse onderkomen te mogen inzien. En zo werd de website een feit.
Wat te doen?
De site is inmiddels allang niet meer gefocust op frankrijk alleen ;de argeloze bezoeker krijgt een lawine van informatie aangeboden in een doolhof van hyperlink gemaakte foto’s met verscholen fotoboeken zodat na enig wild klikken zodanig op de site verdwaald dat alleen de browser nog kan helpen door maar vaak genoeg op de back pijl te drukken tot je aan het begin terug bent of ten einde raad de site opnieuw oproept.
Ik download een gratis webdesign programma en bekijk het resultaat. Niks spectaculairs.
Verder zoeken dan maar. Ik wil iets met flash software bijvoorbeeld. En terug naar een menu met knopjes. Niet teveel poespas en extra linken die de bezoeker steeds verder van mijn site af laten drijven. Eenvoudigheid moet het motto zijn.
Op het web vind ik nog niks van mijn gading. Voorlopig dan maar met het bestaande fotoboek album programmaatje verder. Werkt goed, alleen vind ik de teksten te klein afgebeeld. Morgen aan de gang dan maar. Als ik tijd heb natuurlijk want ik weet dat spelen met software de tijd zo doet laten verstrijken
woensdag 17 november 2010
lekker
Ik sta in dubio. Even onder de zonnebank of effe de warmte van de infra rood lampen laten inwerken op mijn vel en botten. De keuze uit luxe, ik weet het.
Helemaal lekker als het buiten guur weer is. Een goed moment om een flinke wandeling maken en dan de weldadige warmte in.
In de jaren dat we met de kinderen in de schoolvakanties huisjes bewoonden huurden we wel eens de luxe die we nu thuis hebben. Ook heerlijk na een tocht met de motor die ook in de winter periode mij dagelijks naar werk en weer thuis brengt.
“Is het niet vreselijk koud op zo'n motor?” klinkt het vaak. Men verslijt je voor gek maar dat zeggen ze niet hardop. Ik kan het ontkennen. Goeie spullen aantrekken en dan kun je met min tien nog tuffen.
Het hele jaar doorrijden doen er niet veel. De motards die zich in de komende maanden nog op de weg vertonen weten niet beter denk ik. Of doen dat uit nood.
Het is een afvalrace zonder winnaars want met de toenemende kans op regen, wind en mist in combinatie met bladeren op de weg en slecht zicht is het opletten geblazen.
Voor velen uiteindelijk een reden om toch maar af te stappen.
Maar ik ben het gewend. Al twintig seizoenen lang.
Om stukken beter zichtbaar te zijn in deze donkere periode hijs ik me in een geel reflecterend pak dat de doorgaans zwarte kledij die ik draag geheel omsluit. Een stukje veiligheid en bescherming.
Zo’n geel pak valt op.
Ik krijg af en toe de indruk dat de autobestuurders zelf even het gas inhouden als ik achter hun race.
Vandaag moet ik met mist terug. Ik haat mist. De vizier van mijn helm weet er niet goed raad mee zodat ik vrij snel na aanvang van de terugtocht tegen beter weten in het ding probeer schoon te vegen. Als brildrager wordt het helemaal riskant om het vizier uit nood maar op te klappen om te ervaren dat in no time je zicht tot een wazige blurr vervormd en je genoodzaakt bent aan de kant te gaan om e.e.a. op te poetsen.
Stilstaan in de mist is nu niet direct een goed idee maar altijd nog beter dat rijden zonder enig zicht op de weg en haar gebruikers. Thuisgekomen hijs ik me uit de motor kleren. Het huis is 16 graden, niemand thuis. Op de overloop kleed ik me verder uit en loop de trap naar de zolder op. Even lekker relaxen.
Morgen hebben we motorweer. Bijna vorst zonder kans op mist,zo hoor ik op de radio die naast me ligt als ik even later onder de lampen opwarm.
Heerlijk
dinsdag 16 november 2010
klussers
De aannemer laat ons nog steeds in het ongewisse wanneer hij zijn werkzaamheden aanvangt. Omdat wij in zijn oprechtheid blijven geloven tot volgend jaar juni arrangeren we noodgedwongen onze planning rondom deze onwetenheid heen. Daar zijn we erg bedreven in geworden sinds we te maken hebben met franse werklui en hun afspraken.
Toch is het lastig. De kalender voor volgend jaar is welliswaar nog niet aangeschaft maar het wordt ons steeds duidelijker dat wij in de zomervakantie mogen rekenen op erg veel handen die ons komen helpen bij de fabrikage van het nieuwe dak op de schuur.
“Voor een goed maal per dag komen we je helpen hoor “ krijgen we dan joviaal aangeboden. Tja, wat zeg je dan.
Inmiddels staat de teller op 13 extra paar handen die over komen om het varkentje wel even te wassen. “Je hebt toch wel een goed bed staan he? “
Mijn vrouw heeft volkomen gelijk dat er van werken zo geen sprake meer zal zijn. Het eerste jaar dat wij ons huis hadden werden we overspoeld door familie en vrienden die weken bleven genieten van de omgeving en waarvoor wij kookten en entertainment moesten verzorgen. Wij waren na de vakantie doodop.
“Dit doen we nooit meer” zeiden mijn vrouw en ik in koor. Maar het jaar daarop was het nieuwtje er van af en verbleven we de weken alleen en kwam een vriendenstel waarmee het goed werken en vertieren is voor een paar weken over en genoten we van de goede tijd die we daar met elkaar doorbrachten.
En zo ging het de jaren daarop idem. Af en toe wipte er iemand aan voor een weekje en dat vonden we heel leuk.
Wat moet ik met een extra 13 paar handen aanvangen? Ik heb 3 paar handschoenen liggen, twee hamers en 1 trap. Dat komt neer op effectief 2 andere personen naast mezelf aan het werk en 11 personen als opzichters langs de kant zien staan. Dat wordt een probleem want ik heb niet eens een plan.
De telefoon gaat. Ik hoor een bekende stem van iemand die wij in jaren niet meer gezien hebben.
Hoe ‘t met ons was. Nou best, antwoordde ik naar eer en geweten. “En het huis in frankrijk?”
Zij hadden ons ooit in een ver verleden attent gemaakt op dit huis wat ze toen een aantal jaren in de grote vakantie huurden en volgens hun echt ook iets was voor ons.
Ze kregen gelijk en toen de eigenaar het jaren later wilde verkopen kochten wij het.
“Prima, een hoop te doen nog” antwoorde ik.
Ze hadden de website wel in de gaten gehouden maar tja, druk geweest met de opvoeding en coaching van 4 opgroeiende pubers , je kent het wel he.
We konden ons het voorstellen. “Maar eh.. we zijn komend jaar in de buurt en we dachten er aan om bij jullie de handen uit de mouwen te komen steken.”
Hij was niet direct handig met gereedschap wist ik nog maar wel grappig gezeldschap.
“ We nemen de camper mee” klonk het aan de ander lijn. “Nou leuk..” wist ik niet anders te antwoorden. “We bellen nog” riep hij en hing op.
Mijn vrouw keek me vragend aan. Ik trok me schouders op.
Misschien dat ie kan koken
maandag 15 november 2010
Passen
We hadden de vette klei niet echt meegerekend in het transport maar we kregen er een kilootje van mee die zich door een gescheurde vuilniszak over de bijrijders stoel van de auto verspreidde. Maar de bomen die we zojuist hadden gekocht paste van wortel tot kruin in de volvo. Voor het zover kon komen hadden we eerst de tocht in bar en boos weer naar De Fruittuin in Doesburg ondernomen. “Laten we nu maar gaan, het wordt toch niet beter” besloten we na de buienradar te hebben geraagpleegd.
En zo kwamen we na anderhalf uur rijden in de plensregen aan op onze bestemming. Een van hout opgetrokken onderkomen dat temidden van veel fruitbomen was verrezen en onderdak bleek te bieden aan een schare liefhebbers die niets leukers vinden om oude fruit rassen te behouden voor eeuwige teloorgang. Daar doen wij graag aan mee.
De ingang van het gebouw werd bewaakt door een vriendelijke meneer die voor zo vroeg op de zondag morgen een montere indruk op ons maakte. Bij het zien van de wikkel van het periodiek dat mijn vrouw als bonus op het lidmaatschap ontvangt werden wij al bijna gratis naar binnengewuifd maar mijn vrouw wees op mij en verklapte de man dat ik welliswaar ernstig bijdroeg in de contributie van haar hobby maar zelf geen lid was.
Dat kostte mij vijf euro waarvoor ik een bonnetje met nummer ontving die ook wel gebruikt worden voor loterijen. Een deur verder kwamen we in een gezellige boel. Waar je ook kon kijken viel je oog in oog met appels of peren die in kleine kistjes of mandjes waren uitgestald. Dat rook fruitig. En alles voorzien van nette naambordjes .
“Fruit niet opeten” stond er heel terecht bij. "Proeven bij de fruittafel". Dat leek me wel wat. We werden door een vriendelijke gids meteen de hoek om gestuurd zodat het voelde alsof er een soort route was uitgezet maar verdwalen hier leek ons vrij onmogelijk. In de verdere aanbouw waren wederom veel appels en peren uitgestald. Aan het hoofd van de ruimte stond een lange tafel vol koopbaar lectuur dat werd aangeprezen door een rijzige man met een bril van het formaat waarmee Freek de Jonge rondloopt. Ik schoot een plaatje van de bonte uitstalling van fruit. Voor thuis.
“Psssssst”
Ik kreeg de wenkende heer achter de tafel in de gaten die me zijn kant op wenkte.
“U mag eigenlijk niet fotograveren hier”begon hij. In zijn aanhef gaf hij zelf al aan het niet eens te zijn met het verbod. “ Als hij het in de gaten krijgt dan komen er problemen van”
Hij wees over mijn schouder naar een luidruchtig groepje mensen die zich net naar de andere zaal aan het verplaatsen waren maar ik kreeg niet door wie de dictator was die het verbod had ingesteld.
“Hij wil voorkomen dat foto’s van hier in andere bladen opduiken” En als voorbeeld toonde hij mij een oud exemplaar van het lijfblad waar onder elke foto dezelfde naam stond afgedrukt.
"Elke foto wordt hoogstpersoonlijk door hem gemaakt. Niemand anders mag dat."
Ik knikte. Zijn levenswerk was deze fruittuin en dit blad, zoveel had ik wel begrepen. “Maar van mij mag het hoor; als ik nu fluit dat komt hij er aan en moet U de camera verstoppen” Het klonk als een complot en ik stemde er in toe.
Maar van fotograveren kwam niet veel meer. Mijn vrouw drukte mij haar aankopen in de hand en daar kon geen camera bedienen meer bij.
Na wat melig (maar ook lekker) fruit te hebben geproeft met als klapstuk een bijzonder vieze peer met een zurige smaak begreep ik de aanwezige afvalemmer bij de tafel plotseling helemaal.
Mijn vrouw kocht uiteindelijke een papieren zak met lekkere handappeltjes die nog te bewaren viel tot eind dit jaar. Beetje optimistisch was die gedachte wel gezien het feit dat appels bij ons nooit langer dan een week blijven liggen. Ze zijn altijd Op.
Buiten bleek het nog immer te gieten. Zullen we nu of later bomen mee nemen, twijfelde mijn vrouw. Ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken mijn toegevelijkheid te tonen en vond dat het meteen wel kon. Een schop in de dikke klei en hebbes. Vooruit dan maar.
Zo viel de keuze op vier al flinke halfstam bomen waarvan mijn vrouw beweerde dat die nooit in de volvo zouden passen . “tuurlijk passen die” ik ken de auto en haar lengte.
Buiten de hekken stond een ouder echtpaar met een klein model auto in dubio. Er stak nog zeker anderhalve meter boom uit de laadklep. “Gewoon hard dichtdoen”riep ik mijn pragmatisch advies als grap naar het echtpaar. De grijze man hield de klep in zijn handen en keek mij vermoeid aan. Even leek het erop dat hij mijn advies overwoog.
Maar hij besloot toch de klep maar voorzichtig te laten zakken.
Hij moest maar een klein eindje denk ik.
En zo kwamen we na anderhalf uur rijden in de plensregen aan op onze bestemming. Een van hout opgetrokken onderkomen dat temidden van veel fruitbomen was verrezen en onderdak bleek te bieden aan een schare liefhebbers die niets leukers vinden om oude fruit rassen te behouden voor eeuwige teloorgang. Daar doen wij graag aan mee.
De ingang van het gebouw werd bewaakt door een vriendelijke meneer die voor zo vroeg op de zondag morgen een montere indruk op ons maakte. Bij het zien van de wikkel van het periodiek dat mijn vrouw als bonus op het lidmaatschap ontvangt werden wij al bijna gratis naar binnengewuifd maar mijn vrouw wees op mij en verklapte de man dat ik welliswaar ernstig bijdroeg in de contributie van haar hobby maar zelf geen lid was.
Dat kostte mij vijf euro waarvoor ik een bonnetje met nummer ontving die ook wel gebruikt worden voor loterijen. Een deur verder kwamen we in een gezellige boel. Waar je ook kon kijken viel je oog in oog met appels of peren die in kleine kistjes of mandjes waren uitgestald. Dat rook fruitig. En alles voorzien van nette naambordjes .
“Fruit niet opeten” stond er heel terecht bij. "Proeven bij de fruittafel". Dat leek me wel wat. We werden door een vriendelijke gids meteen de hoek om gestuurd zodat het voelde alsof er een soort route was uitgezet maar verdwalen hier leek ons vrij onmogelijk. In de verdere aanbouw waren wederom veel appels en peren uitgestald. Aan het hoofd van de ruimte stond een lange tafel vol koopbaar lectuur dat werd aangeprezen door een rijzige man met een bril van het formaat waarmee Freek de Jonge rondloopt. Ik schoot een plaatje van de bonte uitstalling van fruit. Voor thuis.
“Psssssst”
Ik kreeg de wenkende heer achter de tafel in de gaten die me zijn kant op wenkte.
“U mag eigenlijk niet fotograveren hier”begon hij. In zijn aanhef gaf hij zelf al aan het niet eens te zijn met het verbod. “ Als hij het in de gaten krijgt dan komen er problemen van”
Hij wees over mijn schouder naar een luidruchtig groepje mensen die zich net naar de andere zaal aan het verplaatsen waren maar ik kreeg niet door wie de dictator was die het verbod had ingesteld.
“Hij wil voorkomen dat foto’s van hier in andere bladen opduiken” En als voorbeeld toonde hij mij een oud exemplaar van het lijfblad waar onder elke foto dezelfde naam stond afgedrukt.
"Elke foto wordt hoogstpersoonlijk door hem gemaakt. Niemand anders mag dat."
Ik knikte. Zijn levenswerk was deze fruittuin en dit blad, zoveel had ik wel begrepen. “Maar van mij mag het hoor; als ik nu fluit dat komt hij er aan en moet U de camera verstoppen” Het klonk als een complot en ik stemde er in toe.
Maar van fotograveren kwam niet veel meer. Mijn vrouw drukte mij haar aankopen in de hand en daar kon geen camera bedienen meer bij.
Na wat melig (maar ook lekker) fruit te hebben geproeft met als klapstuk een bijzonder vieze peer met een zurige smaak begreep ik de aanwezige afvalemmer bij de tafel plotseling helemaal.
Mijn vrouw kocht uiteindelijke een papieren zak met lekkere handappeltjes die nog te bewaren viel tot eind dit jaar. Beetje optimistisch was die gedachte wel gezien het feit dat appels bij ons nooit langer dan een week blijven liggen. Ze zijn altijd Op.
Buiten bleek het nog immer te gieten. Zullen we nu of later bomen mee nemen, twijfelde mijn vrouw. Ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken mijn toegevelijkheid te tonen en vond dat het meteen wel kon. Een schop in de dikke klei en hebbes. Vooruit dan maar.
Zo viel de keuze op vier al flinke halfstam bomen waarvan mijn vrouw beweerde dat die nooit in de volvo zouden passen . “tuurlijk passen die” ik ken de auto en haar lengte.
Buiten de hekken stond een ouder echtpaar met een klein model auto in dubio. Er stak nog zeker anderhalve meter boom uit de laadklep. “Gewoon hard dichtdoen”riep ik mijn pragmatisch advies als grap naar het echtpaar. De grijze man hield de klep in zijn handen en keek mij vermoeid aan. Even leek het erop dat hij mijn advies overwoog.
Maar hij besloot toch de klep maar voorzichtig te laten zakken.
Hij moest maar een klein eindje denk ik.
zaterdag 13 november 2010
Een eco monument
Een keer Googelen kost aan energie verbruik net zoveel als een lamp van 7 watt een uur te laten branden. Met zulk soort weetjes kwam je na een bezoekje aan De Kleine Aarde in Boxel mee thuis. We kwamen daar speciaal als de ecologische bouwmarkt werd gehouden en je op de hoogte gebracht werd van alle nieuwe vindingen die konden bijdragen aan een beter milieu.
Zo werden wij door hun geïnspireerd om al heel lang geleden zonnecellen en een zonneboiler op huis te plaatsen. En veel meer leuke en effectieve zaken kwamen door hun informatie bij ons in gebruik. Nu de maatschappij heeft ontdekt dat beter omgaan met het milieu niet meer is voorbehouden aan een klupje wereldverbeteraars en geiten wollen sokken dragers is de grootste taak volbracht.
Termen als duurzame energie en bewust worden van je ecologische voetafdruk worden herkend. Spaarlampen hebben de gloeilamp verdreven ,afval wordt hergebruikt en nieuwe huizen worden duurzamer gebouwd en verbruiken steeds minder energie. Alleen het compost toilet is geen blijvertje geworden.
Nog 1 keertje kun je op de zeepkist staan en jouw verhaal doen. Zondag 28 november gaan de deuren van het bezoekers centrum open voor iedereen die dat wil om samen een mooi afscheid te houden. Afscheid van dit duurzame initiatief dat haar steentje heeft bijgedragen om de mensen bewuster te maken respect te hebben voor je leefomgeving.
Het bracht alternatieve oplossingen naar aan een groter publiek. En daar zijn ze goed in geslaagd. Sommige initiatieven zullen doorgaan. Dat moet, want de mens vergeet snel. Hoe en waarmee zal nog moeten blijken want uiteindelijk draait het om geld. Maar wat wij hebben geleerd geven we door aan onze kinderen. Want die moeten het verder doen zonder De Kleine Aarde.
Toen ik in de vroege jaren tachtig met een vriend het BOL huis bezocht lag de boerderij in de landerijen. We zagen Sietse Leeflang, de geestelijke vader van de beweging en lazen zijn publicaties. De Kleine Aarde van nu zit klem in de verrezen nieuwbouw dat door hoge muren is afgeschermd tegen het geluid dat door het voortrazende verkeer van de snelweg wordt voortgebracht .
De onstuitbare groei van alles en iedereen heeft ook de beschermde omgeving waarin de Kleine Aarde mocht uitgroeien tot een begrip uiteindelijk ingehaald. De Bol staat er nog. Vaal en verwaarloosd maar niet achterhaald. Haar ideeën worden toegepast in de moderne bouw van nu. Misschien wel in de huizen die nu achter haar zijn verrezen en haar wellicht in de nabije toekomst zien verdwijnen.
En dat zou jammer zijn.
geluk
Het regent.
Dat mag. Het is per slot van rekening November. De bladen zijn met de laatste storm van de takken gewaaid. Her en der zit nog een kleurig blad gevangen tussen de twijgen. Tot volgend jaar het nieuwe groen weer verschijnt. We vinden dat gewoon. Net als dat het regenen kan.
Er zijn plekken op deze aarde waar het misschien twee keer per jaar regent. Niet te lang bij stilstaan. Wees blij met de seizoenen denk ik wel eens. De tuin is nog vol kleur. Van het mooiste groen tot geel oranje. Ook de bossen zijn nu op haar mooist. En dan die geur!
Het regent.
‘t Miezelt eigenlijk meer dan dat er druppels vallen. Ik luister naar een CD van Jacques Loussier die net via de post is binnengekomen. Zo’n artiest moet je bestellen, zo blijkt , maar het is de moeite van het wachten waard. Johan Sebastiaan Bach in een ander jasje gestoken. De boxen doen hun uiterste best om elke noot de huiskamer in te sturen. Vrolijke muziek met regen op de ruiten. Een goed gevoel zit hem soms in het genieten van kleine dingen.
Zelfs regen kan heerlijk zijn
vrijdag 12 november 2010
Geen reden
Gaat U naar de naturistenbeurs?
Waarom?
Het kan natuurlijk zijn dat U verlegen zit om een naakte vakantiebestemming als ik het zo mag uitdrukken en dat liever niet ter sprake brengt in de reiswinkel bij u om de hoek.
Naakt is nog lang niet doodgewoon.
Of komt u voor advies.
Zo heb ik lang nagedacht of ik wist waarom ik zou gaan.
Ik wist het niet.
dinsdag 9 november 2010
Lijf
Waar ik voor een activiteit veel discipline kan opbrengen, ontbreekt het me voor iets anders totaal. Dat heeft deels te maken met de juiste motivatie. Zo wil ik nog altijd het fysieke formaat van een schaatsenrijder proberen te evenaren terwijl ik weet dat dit een op voorhand mislukte missie wordt want mijn lichaam is er niet voor in de wieg gelegd.
Tuurlijk heb ik aan de gewichten gehangen, de trekveren weten uit te rekken en de racefiets beklommen. En toegegeven, er waren jaren bij dat het kwa conditie geweldig ging. Maar mijn lichaam bleef de vorm behouden die het had. De eiwit shakes kwamen mijn neus uit maar ik bleef een mager scharminkel. Met jaloezie keek ik naar kerels die van nature alles al hadden meegekregen waar ik om verlegen zat. Prachtig in proportie .
En telkens weer voltrok zich hetzelfde proces. Aangestoken door zo’n verschijning ,een film of gebeurtenis klom ik de koude zolder op en waagde ik mij aan de in een impuls aangeschafte apparaten teneinde weer spiergroepen te trainen.
Het maakte niet eens uit welke, ik kon overal aanwas van spieren en wat vet gebruiken.
Zoiets hield ik wel eens een hele week vol. Met de eiwit drankjes erbij en dagelijks wegen en meten of ik al vorderingen maakte.
Maar dan kwamen de verstoringen. Heel langzaam slopen die er in.
Een avondje weg hier, een weekend weg daar. Het strakke trainingsschema werd al snel terzijde geschoven. Morgen een keertje extra dan maar. Ik hield me voor de gek.
Slappeling. Zo in m’n eentje wordt het niets.
Veel beter is een stok achter de deur in de vorm van een maatje. Maar ook dat bleek geen succes voor continuïteit. Mijn maatje ging er al snel tussen uit voor een zakenreis van vier weken Druk druk druk. Daar zat ik weer alleen en zo bleef ik thuis. De nekslag van mijn eigen gebouwde gym tenslotte kwam bij de bouw van de sauna. Hiervoor moest het toestel wijken en verdween het geheel achter de opberg schotten uit plaatsgebrek..
Nu is een sauna heerlijk maar conditioneel voegt het helemaal niets toe. Je zweet zonder inspanning te leveren. Maar dikke spierbundels krijg je er niet van. Tot een jaar geleden ik mijn zoon hoorde slepen met gewichten. In zijn toch al volgebouwde slaapkamer verrees mijn opgeborgen trainer. Eigenlijk paste het ding niet maar wat deerde dat?
Hem niets.
En zo hoorde ik al spoedig avond na avond het zachte gebonk van de trainer uit zijn kamer komen. Veel meer discipline dan ik dus.
Spieren kweken is belangrijk als je zestien bent geworden. Helemaal als je nog steeds verliest met armpje drukken van je vader. "Pap ik heb jouw dunne benen en polsen" klaagde hij. Das waar. Maar als troost gaf ik hem mee dat hij net zo taai was en dat klopt; hij is zelden of nooit ziek. Dat was natuurlijk niet voldoende dus bleef hij trainen en hopen op keiharde kuiten en een mooie sixpack.
Maar toen na maanden noeste arbeid hij nog immer verloor van pa kwam ook bij hem de klad in het trainen. Zo werd het stil.Tot gisteravond.
Toen hoorde ik het gebonk weer.
Hij heeft een nieuw vriendinnetje.
maandag 8 november 2010
idealen
Ik heb nog altijd een paar buttons met protest leuzen tegen kernenergie. En in een map bewaar ik nog pakkende raamposters. Ze blijken tijdloos te zijn .
Jong en oud protesteert tegen vervoer van nucleair afval materiaal dat van frankrijk per spoor wordt vervoerd naar de kop van duitsland waar het zal worden opgeslagen in een diepe zoutlaag.
Ik stond vroeger ook op de barricaden.
Echt vast geketend heb ik echter nooit gezeten. Daarvoor liep ik niet vooruit genoeg. Ik was meer een requisiet zal ik maar zeggen. Achtergrond vulling met een spandoek of een bord met een pakkende slogan. Niet eens naakt.
Ik moet op heel wat foto’s zijn vastgelegd maar zag mezelf nooit terug. Ik kan me niet herinneren dat ik toen blootprotesten heb meegemaakt.
Je haalt er wel de krant mee, zo blijkt telkens weer.
Jammer alleen dat het op geen enkele wijze duidelijk wordt dat de meiden hier protesteren. Reuze lol hebben ze, dat wel. Met de polizei op de achtergrond als ware het dat ze de beide blootloopsters aan het opjagen zijn. Maar dat doen ze niet.
Spontaan bloot moet het geweest zijn. Geen teksen met lippenstift, nog geen button op de mutsjes of een spandoek in de hand.
Gewoon bloot. Meiden met een ideaal.
Ik zou zo weer mee doen
zondag 7 november 2010
kruik
Ik ben niet ziek maar geweldig voel ik me niet. Beroerd eigenlijk. Ik wil van alles maar mijn fysieke conditie belet me het.
Overvallen door maagkrampen die op willekeurige momenten mij dwingen te verzitten om zo mijn buik wat ruimte te verschaffen. Geen klemmende kledij voor mij maar dat draag ik normaliter toch al nimmer.
Het weekend lang was niet genoeg om er van te herstellen. De truuk om dan met een warme kruik op de buik de krampen te laten afnemen werkt ook nu weer redelijk wel gelukkig maar het beperkt je mobiliteit, zo’n kruik.
Het was even zoeken naar het ding .Typisch zo’n gebruiksvoorwerp dat erg ver uit beeld raakt om dan plotseling een hoofdrol te moeten spelen. T’is een beetje wat je wel heb met verre kennissen waarbij je aan papt als je hun aanhangwagen weer eens moet lenen.
Ik heb geluk als ik het ding op de tast weet te vinden en de donkere slaapkamer want mijn vrouw is al in dromenland en dat verdraagt geen licht.
De dop hangt er met een touwtje aan vast gemaakt. Als ik hem wil vullen met heetwater zie ik duidelijk hoe de superlijm de vorige keer een lek wist te repareren. Ook toen was het een noodgeval .Snel de kruik in stelling en toen bleek hij lek. Gelukkig bewaar ik grote hoeveelheden superlijm in de koelkast dat rubber uitermate goed weet te plakken.
Ik hou de vulopening onder de hete kraan maar al snel loopt het water over. Heet.
De binnenkant van de kruik blijkt aan elkaar geplakt. Als een plastik zak probeer ik de helften van elkaar af te scheuren en dat lukt deels. Het hete water deed de rest en wonderwel was het ding nog waterdicht. Ik herinner me nog de keer dat ik als kind een kruik keeg vanwege de kou in bed waarbij de kruik door een versleten leertje in de sluiting langzaam leegliep.
Kon moeder nog eens het hele bed verschonen en het matras omkeren terwijl jij een beetje beteutert in je flanelletje naast het bed stond te koukleumen.
Ik vul het ding half vol. Ik hou een T shirt aan vanwege de kruik en druk het ding tegen mijn opstandige buik. Dat voelt goed.
De warmte helpt de krampen en het nare gevoel te verdrijven. Als ik in de ochtend wakker word voel ik mijn buik nog wel maar echt beroerd ben ik niet meer. “ Blijf je vandaag thuis?’ vraagt mijn vrouw bezorgd. “Welnee” roep ik uit. De kruik ligt naast het bed als een koud washandje. “Ik ben toch niet ziek?”
laatste loodjes
Het is een bekend verschijnsel. De net niet helemaal af klus. Een niet geverfd plintje of afdek kapje dat ontbreekt. Vaak ligt het niet eens direct aan de klusser. Zet je een prefab ding in elkaar en blijkt als het bijna af is dat er net een onderdeeltje mist. Zoiets blijft lang slepen. En dan komt onverbiddelijk het moment dat je het gaat accepteren.
Zo staat mijn sauna al drie jaar te wachten op voldoende stroom. Na wat berekeningen in het voortraject kwam ik tot de conclusie dat de capaciteit voor de kachel meer stroom nodig moest hebben dan een simpel stopkontakt. Ik legde de uitdaging voor aan een expert en mijn vrees werd bewaarheid. “U moet krachtstroom meneer”
Omdat ik niet snel uit het technisch veld te slaan ben accepteerde ik de onheilstijding als een gegeven waar ik een oplossing voor moest vinden. Krachtstroom betekent voor een normale huisinstallatie zowiezo nieuwe stoppenkast en natuurlijk moet ook het energiebedrijf een nieuwe meter en aansluiting aanleggen.
Met de scheiding van stroomleveranciers en stroomtransporteurs een leuke uitzoek klus die me na veel gegoogle eindelijk bracht op een site die deze aanvraag kon verwerken. Een meevallertje was dat de kosten beperkt bleven tot eenmalig een bedrag voor twee stoppen en een nieuwe meter.
Dat was in 2007. Omdat de sauna naast de grote kachel ook IR stralers kreeg bleek het gemis van de krachtstroom niet zo groot. IR is praktisch want je hebt instant warmte en geen 380 volt nodig. En zo bleef de kachel zonder stroom. Het regelkastje hing er een beetje sjofel bij; half open gemaakt om via een omleiding toch spanning te geven aan de verlichting die anders niet zou werken.
Hoewel de stoppenkast vervangen was door een geschikt voor krachtstroom bleef het ding op de aangeboden 230 volt werken tot de installateurs waren verwittigd. En daar is het wachten nog op.
Toen een weekend geleden er mensen kwamen kijken naar mijn sauna om te zien of het ook iets voor hun zou zijn zag ik na jaren eensklaps dat het niet af was zo. Dat kon niet langer. Met wat bijeen geraapte moed heb ik de laatste draden netjes permanent vastgezet, het kastje voorzien van haar deksel en beneden in de stoppenkast de losse draden van de sauna aan de daarvoor bestemde schakelaar gemonteerd.
Rest me nog een ding. De krachtstroom aanvragen.
Bij wie ook al weer?
vrijdag 5 november 2010
Beperkt houdbaar
Kleur is belangrijk maar zwart wit is vaak mooier. Zo zit dat met foto’s. Dat in lang vervlogen tijden een zwart wit prentje goedkoop was werd door de komst van geautomatiseerde kleurencentrales snel achterhaald en zo raakte ZW uit en werd elke kiek een kleuren kiek.
Toen iedereen aan de kleurenfoto’s zat vergat men al snel mooi een zwart wit opname eigenlijk kan zijn.
En ook blijft.
Kleur is vergankelijk en menig fotoboek bewaart daar de bewijzen van.
Maar wie print zijn digikiekjes vandaag de dag nog uit?
Dankzij inventieve software manipulaties kun je tegenwoordig zelf elk kiekje kwa kleuren geheel naar smaak en inzicht transformeren,ook in oude sepia look dus. Met een beetje gevoel is zo je hele collectie met wat klikken terug te brengen naar de negentiende eeuw als je dat zou willen maar laat de moderne tijd zich wel vangen in zwart wit?
Een blootkiekje is daarintegen tijdloos.
Een leuke locatie in de natuur te vinden en voila. Maak de opname in sepia en voeg eventueel nog wat ruis aan het beeld toe en oude tijden herleven voor je ogen op het beeldscherm.
Digitaal maakt welliswaar van alles mogelijk maar dat heeft ook een keerzijde. Zo wordt het steeds moeilijker om aan te nemen wat je ziet ook orgineel is. Menig artikel zal al zijn opgefleurd met foto’s waar hevig mee is geshopped. Soms over de grenzen van wat toelaatbaar geacht wordt. Tuurlijk, vroeger manipuleerde men ook met negatieven maar dat was nog knap lastig terwijl nu elke computer fanaat met wat klikken de meest fantastische kul bij elkaar weet te shoppen.
Een uitdrukking die afgeleid is van een beroemd programma van de firma Adobe. Niet te licht over dat shoppen denken trouwens want een digitale foto als bewijsstuk wordt niet zomaar meer geaccepteerd.
Wie oude fotoboeken mag inkijken kan zich verbazen over de geweldig kwaliteit van de afdrukken van toen. Maar net als de oude buizenradio van weleer in zijn hoogtijdagen perfecte ontvangs van AM zenders kon geven, was het zwart/wit process van de fotografie bijna vervolmaakt. Perfectie werd bereikt met gebruikmaking van glas als negatief. Dat was niet goedkoop maar wel voor eeuwig als het glas tenminste heel bleef.
Negatieven. Ik heb er nog twee ringbanden van vol. Keurig in zuurvrije hoesjes .
Bewaren, omdat het een zonde is ze weg te gooien. Dat doet een ander maar.
Een treurig bestaan. Alleen de fotoboeken worden nog wel eens ingekeken. Door de kinderen vooral. Oude fotoboeken gaan daarom lang mee. Veel langer als de kleur van de foto’s die het herbergt.
Maar over een generatie van nu erf je geen fotoboeken meer. Hooguit een memory chip.
En hoelang gaan die mee?
woensdag 3 november 2010
Kaal vel
“Pap, hoe scheer je nat?”
Op een serieuze vraag moet een serieus antwoord volgen vind ik.
Ik keek naar zijn kin waarop schuchtere baardgroei was te ontwaren. “Zou je niet liever elektrisch willen? Das handiger in het begin.
Dat mocht ook. Of ik er een had dan.
Mijn eerste scheerapparaat was een erfstuk van opa. Een prachtige philips twee kops met een lang en ietswat vergeeld krulsnoer en een platte stekker waarvan de pootjes wat naar elkaar wezen. Aan nat scheren zoals mijn vader durfte ik niet te beginnen. Een keer in de week met de philips bleek in die dagen voldoende om mijn opkomend vlashaar te elimineren. Er waren jongens in mijn klas die al een volle baard hadden . Ik daarintegen had haargroei dat nog wakker moest worden.
Toen echter de stoppels wat hardnekkiger werden bleek de philishave van opa toch wel sleets te zijn. Ik kon wel tien keer over de haartjes heen racen zonder merkbaar resultaat behoudens het branderig gevoel van een schrale huid.
Zoiets blijft niet onopgemerkt.
En op een dag lag er op mijn buro een afgeronde zwarte doos met daarin een driekops scheermachine met tondeuse. Niet nieuw maar wel goed. Het apparaat maakte in enkel halen korte metten met de baardgroei.
De tondeuse was nieuw. Het ding klapte met een druk op de knop uit het apparaat en liet twee kammetjes met scherpe tanden over elkaar heen racen. Omdat ik niks te trimmen had in het gezicht besloot ik de werking van de tondeuse maar te testen op mijn schaamhaar wat in no time een kale schaamstreek en stijve piemel veroorzaakte.
De jaren gleden voorbij en het ding bleef me al die tijd trouw scheren.
Tot dat ik een keer uit amerika terugkwam en het apparaat op 115 volt had laten staan. De schok van dubbel zo veel volts werd hem te veel. Even zoefde hij heel hard en dat was het.Met een lichte brandgeur omgeven verdween het ding roemloos naar de schuur.
Zo groeide er een poos een baard en snor op mijn gezicht. Bijhouden deed ik met een mesje.
Maar de lengte van baard en snor hield ik kort met een heuse baardtrimmer die naast mijn gezichtshaar ook het hoofdhaar van mijn jongste kind wist te millimeteren. Met twee oplaadbare batterijen heeft het apparaatje zo jaren aan een stuk het mannelijk deel van ons huishouden kwa haar kort houden. Maar toen door slijtage het apparaat de haren ging epileren in plaats van scheren werd het tijd voor iets nieuws.
Het werd een multifunctionele haarverzorger. Dankzij een handig verwisselbare kop kun je er mee scheren, trimmen en zelfs epileren. Dat laatste is wennen want het mechanisch uittrekken van haren doet effe auw. Wel heel effectief kan ik hier melden want sindsdien geniet ik maanden lang van stoppelloos vel op de plekken waar ik ‘m gebruik.
Voor zoonlief kocht ik iets nieuws. Een snoerloze shaver. Helemaal van deze tijd.
Met tondeuse natuurlijk. Je weet immers maar nooit.
dinsdag 2 november 2010
Niet te lezen
Bij een zoektocht op zolder stootte ik op een plastische opbergdoos met floppy disks.
Ik vond niet waarvoor ik kwam maar bracht de doos met floppy naar het zonlicht en bekeek de inhoud.
Het was een allergaartje. Sommige floppy’s hadden een heel druk bestaan geleden wat gekenmerkt werd door een druk beschreven label. Double Density HD stond er op. Goed voor 1.44 Mb aan bitjes. Dat was eens heel wat.
De computer van vandaag weet geen raad met floppy’s. In betwijfel zelfs of een floppy drive nog in te bouwen valt want PC’s van nu zijn aliens vergeleken met modellen uit de vorige eeuw. Ik brows door de stapel floppy’s heen. “Spelletjes div” lees ik.
Omdat ik nooit iets graag weg doe heb ik op zolder nog een perfect werkende computer met floppy drive staan die ik voor deze gelegenheid weer eens aan het lichtnet hang.
Het ding komt met rammel en geloei op gang. Het beeldscherm komt tot leven en een prehistorische DOS versie wordt geladen. Even later blinkt de cursor geduldig achter de C:\ Er zit een 20 MB harde schijf in met het formaat van een broodtrommel.
Hoe ging het ook al weer. Floppy d’r in en dan A:\ met een return . Het lampje van de floppy drive licht op en ik hoor de typische mechanische geluiden van de drive die de inhoud van het schijfje onderzoekt. Het duurt even maar dan verschijnt er A:\ op het scherm. Hij vreet zowaar de floppy nog.
Ik type “list” , geef een enter en zie een stroom van files over het beeldscherm vliegen. Ik kies een willekeurige .Exe uit de rij en druk op enter.
Weer een hoop geluid en dan verschijnt op het beeldscherm een zwart /wit venster met het spelletje rat race. Het werkt nog. De floppy is minstens 15 jaar oud.
Ik laad een andere floppy met oude word perfect bestanden. WP5 zit op de computer, net als Dbase V en LOTUS 123.
Het voelt als het openen van oude vergeelde fotoboeken. Ik brows door de files heen en af en toe open ik een documentje. Dan geeft de floppy drive na een lang heen en weer gebrom een foutmelding. Floppy onleesbaar. De vergankelijkheid van digitale opslag.
Ik hou een floppy in de hand met op het label geschreven “40 jaar feest” . Als ik hem laad tref ik allerlei rijmpjes en muziek teksten aan die ik ter gelegenheid voor het feest had verzonnen. Ik vind ze steengoed.
Helaas heb ik geen printer meer die de oude computer begrijpt. En met memory stickies kom je ook nergens. Zo bleef het document noodgedwongen op de floppy staan.
Morgen toch eens langs de kringloop voor een ouwe matrix printer?
Of kijken of een floppy drive nog past in m’n nieuw PC. Maar 15 jaar in computerland is een hele lange tijd.
“Floppies” ?
De jonge verkoper keek me vragend aan.
Nee, daar had hij geen verstand van.
maandag 1 november 2010
Vluchtig
“Hee, hoe gaat het met je?”
“Kut”
Zo’n antwoord haalt even alle wind uit mijn zeilen.
“Wat is kut”? geen allerdaagse vraag maar wel eentje die haar gesteld kon worden
“Alles”.
Het leek me een hoop.
“Je hebt toch een leuk huis?” probeerde ik nog voorzichtig.. “De wijk is a-sociaal” Een vogelaarsbuurt meende ik.
Zelf heb ik oud west in amsterdam nog zien veranderen van een prachtige volksbuurt tot een uitheems immigranten kwartier
Dat went niet zo makkelijk dus ben ik maar gegaan toen ik kon. Zij zat er net.
“En de kinderen?’
Het is een lastig onderwerp want van haar twee kinderen weet ik slechts een naam te herinneren en geen gezichten.
“Ach..”
Ik krijg in staccato het relaas van hun prille leven en vooruitzichten over mij heen gestrooid.
Meer als een “ Das toch prima” weet ik niet te zeggen. Als het mijn kinderen waren geweest vond ik het ook vast allemaal kut.
“En de liefde”?
Ze keek me dodelijk vermoeid aan. Aan haar lijft geen polonaise meer.
Uit ging ze ook niet. Maar de tuin was wel fijn .
“ Ah, je tuin. Das toch wel heerlijk he? probeerde ik op luchtige toon.
“Ik had een mooie sierkers”, zuchtte ze.” Prachtig in bloei, met vruchtjes”
“Maar die heeft Lara vorige zomer gesnoeid.”
“Nu bloeit ie niet meer.”
Ik zag het voor me. Een gothic met een snoei mes.
“Zal ik mijn vrouw eens vragen wat je nu moet doen? vroeg ik
Iets van hoop keerde in haar terug.
“ Doet ze dat”?
“Tuurlijk” roep ik uit. Mijn vrouw weet alles van EHBO bij planten en bomen.
“ Nou goed dan”
“Dooeg”
En ze verdween uit beeld.
Dag..
Wie leest nog?
Harry Mulisch is dood. Dat kan niemand zijn ontgaan want de volks radio en tv zenders waren de hele zondag vol van zijn verscheiden. Oude radio en TV fragmenten lagen al klaar om te worden uitgezonden want dat hoort bij iemand van zijn postuur.
Hoewel ik geen groot liefhebber ben van zijn werk zag ik in hem een groot schrijver en amiabel mens.
S’avonds zag ik een portret van hem op de buis. Wat ik zo aandoenlijk vond was de foto waarin hij als jonge man op zijn kamer met aandacht naar de inhoud van een reageer buis tuurde. Of hij chemicus wilde worden, vroeg de interviewer. Maar nee, dat was het niet.
Harry had het boek “De wonderbaarlijke avonturen van Bram Vingerling” gelezen.
Dat boek staat ook bij mij in de kast. Alchemist, verbeterde Harry de interviewer. Net als Bram Vingerling een drankje uitvinden waarmee je onzichtbaar zou worden.
Hij werd dus schrijver. En heel beroemd.
Wie hebben we nog over als landje? Met zijn overlijden staan de schijvers met grote namen op grafzerken. Hoe lang worden grote namen nog gelezen?
Onze boekenkast staat vol met beroemde werken .Is zoiets een uitzondering aan het worden?
zondag 31 oktober 2010
op tijd
Ik heb voor volgend jaar weer wat te scheuren.
Elke dag een blaadje van Loesje. Ik volg de escapades van Loesje al vanaf bijna het begin. Geboren in een studentenhuis en inmiddels een heus bedrijfje dat ons nog regelmatig met vrolijke one liners wijst op van alles. Leuk om te verzinnen, helemaal als je met een groepje samen brainstormen kunt.
Nu dan die scheurkalender. In de tijd van Koot en Bie had ik steevast elk jaar van het simplistisch verbond er eentje hangen. Die waren zo leuk dat ik de blaadjes niet weggooide, dat ik er twee keer mee kon doen dus, want na zoveel jaar later kun je oude kalenders gewoon weer gebruiken.Effe nazoeken trouwens na hoeveel jaar dat is.
Voor komend jaar hangt Loesje . Alleen moet ik een leuker plekje dan de WC verzinnen. Loesje verdient de huiskamer. Aan het prikbord hangt een mooie kalender met foto’s van het eiland Reunion. Daar was onlangs weer een uitbraak van de vulkaan maar dat leest je dan weer niet in de berichten want dat doet het ding bijkans elk jaar. Dat is geen nieuws zullen de persagentschappen denken.
Een mooie kalender en praktisch in gebruik want voor elke dag is er een mooi vierkantje wit gereserveerd waar wij dan onze activiteiten op weg kunnen pennen. Zoiets is wel handig maar het vereist discipline en dagelijks kijken. Daar ontbreekt het aan. Met name het kijken gaat bij mij fout waardoor het hele nut van dingen op een kalender opschrijven te niet wordt gedaan.
“Schrijf het op de kalender” roept steevast mijn vrouw als ik weer eens klaag dat de weekeinden zo weer vol zitten. Soms moet een mens kiezen. Er hangen al driekwart jaar kaartjes op het prikbord. Voor een theatervoorstelling. Niet iets waar je dagelijks op kijkt kan ik u zeggen. Vorig jaar kwamen we bij een opfrisbeurt van het prikbord kaartjes tegen die verscholen achter paperassen van dingen die al geweest waren. Stond niet op de kalender.
“Vanavond naar Kees Torn, niet vergeten” krijg ik nageroepen als ik het huis verlaat. Nee, dat vergeet ik niet want ik loop me al een half jaar te verheugen op deze artiest. Meteen op de kalender gezet met grote rode letters. Kaartjes netjes op het bord geprikt, Niet vergeten, 29st naar Kees.
Dan gaat in de middag mijn telefoon knorren. Ik open het tekstbericht en lees “ Vanavond gaat niet door, artiest is ziek” Zoiets heet een teleurstelling.
Als ik vroeg in de middag thuis kom zegt mijn vrouw die de telefoon had aangenomen dat ze zo snel mogelijk een nieuwe datum zouden plannen en dat Kees het heel vervelend had gevonden.
Zo hangen de kaartjes dan toch nog ongebruikt op het bord. Wachtend op een nieuwe datum
Wel weer opschrijven, misschien wordt het wel volgend jaar en dat kunnen we nog niet.
Morgen meteen nieuwe kalender kopen, denk ik.
Want op Loesje kladden doe ik niet.
Die blaadjes ga ik bewaren
vrijdag 29 oktober 2010
Kort
Bij de KLM mag je plotseling niet met kort haar als stewardes rondlopen.
Nationale verontwaardiging. Kranten staan vol en nieuwsrubrieken op de TV verdringen zich voor de stoep van het slachtoffer.
Het is dan ook wel een beetje onzinnig. Met een pincet een haar uit je hoofd trekken en dat zien hoe die door KLM wordt nagemeten. Helaas mevrouw, Uw haar is 2 millimeter te kort.
Erger nog om vast te stellen dat een rechtbank kort haar voor vrouwen niet als maatschappelijk aanvaard heeft bestempeld en daarmee de KLM haar gelijk toekende.
Bijna kaal scheren van een vrouwelijk hoofd is maatschappelijk niet aanvaard. Deden ze in de oorlog. Was toen bedoeld als een brandmerk van voorbijgaande aard. Maar dat was toen . Nu denken we daar volgens mij veel luchtiger over ,had ik gehoopt.
Op de vraag waarom de vrouw zo gesteld was op haar korte haartjes kwam het antwoord “ ik wil Ilse zijn”
Nu zit Ilse thuis. Met de handen in het weinig haar want zover had ze het eigenlijk niet willen laten komen. Spijt als haren op mijn hoofd, heet de uitdrukking.
Een beetje zielig is het wel. Ze kreeg zelf complimentjes van passagiers dat haar haar zo leuk zat, bracht ze nog in.
Let wel, zo’n kort koppie reist wel heel de wereld rond en komt in culturen waar hoofdhaar zelfs heilig verklaard is.
Zelf laat ik het vrolijk groeien, m’n kophaar. Dat heeft ook te maken dat mijn vertrouwde thuiskapster niet meer knipt. Daarnaast vindt mijn vrouw het lang leuker.
Voor mijn werk maakt niet zozeer de lengte maar de kleur meer uit. Dat zit met grijs wel goed. Maar gaat het echt hinderlijk in mijn ogen vallen dan plaats ik mezelf met gezonde afkeer in de stoel van de barbier en laat mijn lengte door een jong wicht aanpassen
Zo sta in minder dan een kwartier en twintig euri armer met ingekort haar weer op straat. Veel model zit er niet in.
Zo’n gek idee is een millimeter coupe dus helemaal niet. Kun je makkelijk zelf doen.
Zal wel een verassing worden voor mijn omgeving, zo’n kaal koppie.
Ik zal er ook niet mijn baan door verliezen.
Maar ja, ik ben een man.
Verdienen
Mijn salaris onderhandelingen zijn de moeite van het opschrijven niet eens waard. Al jaren mag ik het doen met een collectief afgesproken 0,7 procent inflatie correctie wat momenteel best veel wat lijkt als je dat afzet tegen de rente die je vangt op spaarcenten.
Helaas zat in mij een niet ontdekte voetballer. Vroeger op school keepte ik al bij de jongens van de vijfde terwijl ik zelf in de derde zat. En hoe. Geen bal liet ik door, tot bloedens aan toe dook in op het gravel en ging ik menigmaal als bestoft maanmannetje terug de klas in met bloed aan handpalmen en knieen.
Het waren toen nog klassen en geen groepen en je ging na klas 6 de school af, de middelbare op.
Ook buiten schooltijd voetbalde ik veel. Niet dat ik er op zat. Met een buurjongen speelde we op een drollenveltje altijd fantasiewedstrijden waarbij ik alles was en hij de keeper van beide teams.
Dan moest ik onder het solo dribbelen van de bal luid roepen wie ik was want ik speelde zowel de spelers van de vijand als ons zelf.
Dat luidt roepen van wie en wat moest erbij. Dat gaf mijn keepersvrindje de gelegenheid steevast zijn uiterste best te doen de ballen die ik als
'de vijand" inschoot tegen te houden terwijl de ballen van de "ons" op de meest lullige manier het verzonnen doel in zeilde. Hij was nogal partijdig en daardoor verloren wij nooit.
Ik mocht ook wel eens keepen maar dan moest ik wel commentaar geven. Mijn vriendje had nog niet de helft van mijn fantasie, laat staan dat hij kon voetballen en praten tegelijk.
Soms keepte ik met een schoolvriendje. Op een kaal grasveld waar de gemeente nog niets voor had verzonnen. Snel twee hoopjes van jassen op elkaar en je kon beginnen.
Er sloten wel eens jongens aan bij het schieten op doel die we helemaal niet kenden.
Die waren van de katholieke school. Sommige daarvan zaten wel op voetbal en konden met hun dikke kuiten al heel hard trappen.
Maar ik dook de meeste ballen er gracieus uit.“Jij zit zeker ook op voetbal” kreeg ik als groots denkbaar compliment naar mijn hoofd geslingerd.
Misschien was het wel wat geworden met mij als keeper,heb ik lang gedacht.
Dan was er wellicht nog wat te onderhandelen geweest kwa salaris.
Een paar slordige miljoenen voor een jaartje onder de lat te staan zou niet gek geweest zijn. Maar de werkelijkheid heeft ons al lang ingehaald.
Helaas.
Abonneren op:
Posts (Atom)