Totaal aantal pageviews
over allerdaagse dingen
maandag 29 november 2010
potjes
De laatste maand van dit jaar breekt aan. Agenda’s beginnen vol te raken en afspraken voor volgend jaar worden op de kantlijn bijgeschreven uit nood omdat een nieuwe nog tot na sinterklaas op zich laat wachten. Goede voornemens voor volgend jaar liggen misschien al in de week. Ik hoor er nog niemand over.
Niet te lang vooruit kijken maar. De toekomst is onzeker en met onzekerheid valt niet makkelijk te leven, doorgaans. Het lijstje met uitgaves voor volgend jaar staat wel al in de steigers. Een gezonde financiƫle planning geeft een goede nachtrust.
De grote uitgaves zijn ook dit jaar weer uitgebleven zoals verwacht, hoewel de kosten aan een van de ouwe barrels waarmee we ons vervoeren wel boven de begroting is uitgekomen. Het risico dat je loopt met oud spul.
De PC die er eindelijk is gekomen was eigenlijk al voor vorig jaar voorzien dus die telt niet eens mee. En het dak, verreweg de grootste uitgave, zal dit jaar niet gebeuren verwachten we. Die komt als eerste post op de lijst voor volgend jaar.
Ik heb denkbeeldige potjes voor de financien. Een potje voor het onderhoud van de huizen, de financiering van twee studies en het mobiel houden van ons transport.
Het maakt zaken overzichtelijk. Toch sta je altijd voor verrassingen. Onvoorzien dus. Dus ook daar ook een potje voor verzonnen.
Zo lijkt het waterdicht. De bron waarmee de potjes gevuld wordt is een nog redelijk zekere job. Maar zoals vroeger gewoon was je pensioen halen bij een en dezelfde baas is zoiets al lang verleden tijd voor werknemers van vandaag. Gemiddeld raakt 1 op de 5 werknemers in hun werkzaam leven een keer in de situatie dat hij of zijn de baan gedwongen verliest. Vaste banen raken uit de tijd.
Langzaam zien we de pensioenleeftijd omhoog kruipen. Hoe oud moet je straks worden om met staatspensioen te mogen?
Maar ook dat hebben we jaren geleden al voorzien. Zo creerden we al een poos geleden ons eigen pensioen. Maar hoeveel blijkt dat over tien jaar waard te zijn?
Maar toch denken we steeds vaker aan een datum die met elk oud en nieuw dichterbij komt waarop we willen gaan stoppen omdat het kan.
Dat is zo leuk aan potjes
Als je ze maar vult.
in
Pyjama’s zijn weer helemaal hot, schrijft de pers. De werkende mens die een werkplek heeft verruild voor thuis werken zit plezieriger in z’n vel met een pyama aan dan in vrije tijds kleding, zo schijnt.Ook s’avonds hangt men eigenlijk liever in pyjama op de bank dan dat men uit wil gaan. Dat snap ik .
Maar wat maakt een pyjama dan zo veel lekkerder en relaxter dan alle andere kledij. Zelf heb ik geen pyama dus ik kan het niet ervaren. Thuis draag ik niet normaliter niet zo veel textiel ,zelfs op kouwe dagen meestal niet meer dan een trainingsbroek en een tshirt. En een body jas als het wat kil is want warm blijven is belangrijk.
Iedereen aan de pyjama.
Pyjama’s zijn trouwens in veel culturen gewoon geaccepteerd als kledij waar je mee over straat loopt. En waarom ook niet. Ik kan me niet meer heugen dat ik een echte pyjama heb bezeten. Zomers slaap ik bloot en winters in een t shirt. Verder kom ik niet en meer heb ik ook niet nodig eigenlijk.
Wel heb ik een statige badjas. Dat was een kado dat ik kreeg toen mijn sauna was geboren.Samen met een sauna kilt. Hoewel de saunakilt nimmer de sauna heeft gezien maar verder vaak even aangeschoten wordt voor gekleed bezoek te ontvangen neem ik af en toe de badjas expres uit voor een wandeling want anders hangt ie maar te hangen.
Handig aan het ding vind ik de twee enorme zakken maar ik geef meteen toe dat ik ze zelden hoef te gebruiken. Zitten er zakken in een pyjama? Ik zou niet weten waarom dat een noodzaak zou zijn. Voor een zakdoek misschien. Of als je ‘m ook buitenshuis dragen wilt natuurlijk. Wie het weet mag het zeggen.
Ooit heb ik een twee kimono’s mee uit Taiwan genomen. Kimono’s zijn van orgine natuurlijk japans, ik weet het.Maar dit was een koopje en tevens een leuk kadootje voor een vriendin waar ik toen mee omging en zo af en toe s’ochtends een koppie thee mee dronk. Beiden in een kimono leek me wel leuk. Jammer wel dat het samen theedrinken in de ochtend vrij snel na de kimono introductie ophield en wij ieder ons weg gingen.
De beide kimono’s bleven achter in haar huis.
Dat was wel jammer, zo bedacht ik jaren later. De kimono’s waren best het aanzien waard. Maar slapen doe je d’r niet in.
Daarvoor zijn pyjama’s . De derde garderobe, zo heet het nu.
Erg trendy.
Maar wat maakt een pyjama dan zo veel lekkerder en relaxter dan alle andere kledij. Zelf heb ik geen pyama dus ik kan het niet ervaren. Thuis draag ik niet normaliter niet zo veel textiel ,zelfs op kouwe dagen meestal niet meer dan een trainingsbroek en een tshirt. En een body jas als het wat kil is want warm blijven is belangrijk.
Iedereen aan de pyjama.
Pyjama’s zijn trouwens in veel culturen gewoon geaccepteerd als kledij waar je mee over straat loopt. En waarom ook niet. Ik kan me niet meer heugen dat ik een echte pyjama heb bezeten. Zomers slaap ik bloot en winters in een t shirt. Verder kom ik niet en meer heb ik ook niet nodig eigenlijk.
Wel heb ik een statige badjas. Dat was een kado dat ik kreeg toen mijn sauna was geboren.Samen met een sauna kilt. Hoewel de saunakilt nimmer de sauna heeft gezien maar verder vaak even aangeschoten wordt voor gekleed bezoek te ontvangen neem ik af en toe de badjas expres uit voor een wandeling want anders hangt ie maar te hangen.
Handig aan het ding vind ik de twee enorme zakken maar ik geef meteen toe dat ik ze zelden hoef te gebruiken. Zitten er zakken in een pyjama? Ik zou niet weten waarom dat een noodzaak zou zijn. Voor een zakdoek misschien. Of als je ‘m ook buitenshuis dragen wilt natuurlijk. Wie het weet mag het zeggen.
Ooit heb ik een twee kimono’s mee uit Taiwan genomen. Kimono’s zijn van orgine natuurlijk japans, ik weet het.Maar dit was een koopje en tevens een leuk kadootje voor een vriendin waar ik toen mee omging en zo af en toe s’ochtends een koppie thee mee dronk. Beiden in een kimono leek me wel leuk. Jammer wel dat het samen theedrinken in de ochtend vrij snel na de kimono introductie ophield en wij ieder ons weg gingen.
De beide kimono’s bleven achter in haar huis.
Dat was wel jammer, zo bedacht ik jaren later. De kimono’s waren best het aanzien waard. Maar slapen doe je d’r niet in.
Daarvoor zijn pyjama’s . De derde garderobe, zo heet het nu.
Erg trendy.
vrijdag 26 november 2010
Ongelooflijk
Het vlot aardig met de ontwikkeling van de nieuwe website. Nadat een zoektocht op het internet een gratis trail versie van een flashwebsite design programma had opgeleverd was het proberen geblazen of de software het verschil kon maken met de oude en vertrouwde microsoft framemaker. De demo versies die de fabrikant op haar website liet zien had potentie.
Toch moet je met demo’s uitkijken. Daarvoor haalt de fabrikant alles uit de kast zodat het heel erg aantrekkelijk wordt om het pakket aan te schaffen natuurlijk.
Echter kom je als simpele ziel al snel achter dat het maanden studie en veel frustratie kost om maar ook zoiets gelikt te creĆ«ren en vaak komt het niet eens zover en eindigt het software pakket bij de melding “you have un-used icons.”
Deze fabrikant had echter een betere strategie. Hij stelde elke potentiele koper in staat de hele mik te downladen zonder limitaties van gebruik of een termijn dat de boel blijft werken. Ook zou je geen herinnering en krijgen om de boel te kopen en bleef je mailbox verschoont van spam.
Het klonk bijna te mooi om waar te zijn.
Maar toen ik het pakket inderdaad kon downladen en het vervolgens zonder enig probleem installeerde op de pc en kon openen zonder enige voorwaardes vooraf begon ik te geloven in wonderen. Ik kwam welliswaar na wat probeerseljes tot de conclusie dat niet alle meegeleverde programma’s bij mij in de smaak konden vallen maar dat terzijde. De fotoboeken, knoppen makers en een banner programma bleken nader beschouwd nogal pover maar die hoefde ik ook niet aan te schaffen.
Er bleef eigenlijk maar een programma over waar het me ook in eerste instantie om te doen was; het webdesign programma en dat werkt heel behoorlijk.
Daar speel ik nu een weekje mee en ik moet zeggen dat ik de functionaliteit begin te waarderen. Hoewel het natuurlijk elk vrij uurtje in de avonden en het weekend heeft gekost begint het fundament van mijn nieuwe design duidelijk vorm aan te nemen.
Het downladen naar de provider gaat eveneens zonder problemen. Wat je maakt aan design komt er inderdaad op het web precies zo uit te zien. Dat is wel eens anders.
Alleen komt er een watermerk door elke pagina heen dat vertelt dat het hier gaat om een trial versie. Dat is fair want het heeft voor de fabrikant tenslotte nog niets opgelevert. Als ik besluit een bedrag over te maken krijg ik een software code waarmee ik het watermerk laat verdwijnen.En krijg ik levenslang alle updates free of charge. het overwegen waard.
Na een week spelen met de software komt nog een belofte uit.
Geen enkele spam mail van ze ontvangen.
donderdag 25 november 2010
drukte
Soms raakt je als mens zo druk . Zelfs een stukkie pennen lukt niet goed.
Dan lijkt het of in eens alles tegelijk moet geschieden .Nu het jaar snel ten einde loopt krijgt men met alles haast. .
Haast is niet leuk. Teveel ook niet. Het zou veel beter zijn de dingen te kunnen doseren en spreiden over het jaar heen. Maar dat vraag een strakke planning en daar schort het zo vaak aan.
Ook ik ontsnap niet aan de haast en drukte. Zo loopt de kalender vol en worden de werkdagen stiekum steeds langer.
Eenmaal thuis val je in een stoel neer tot het tijd is voor je bed.
Maar ik heb geen tijd voor hangen. Zo snel de week omgaat, nog harder ben je door het weekend heen. Vrije dagen zijn er niet bij, het is doorstampen tot bijna kerstmis om dan te genieten van een weekje rust in frankrijk
Alleen zo af en toe de sauna in laat ik me niet afnemen. Even een momentje rust voor jezelf.
vrijdag 19 november 2010
Nieuwe start
Ik zit te twijfelen over de website die onze avonturen in frankrijk in beeld brengt. Het ontwerp is eigenlijk ronduit saai te noemen . Geen wonder want de software die mijn website heeft gemaakt is simpel en zonder leuke franje. Geen sjieke flash introducties of mooie bladwijzers. Maar het werkt feilloos.
Meer als een grote collectie fotoboeken met begeleidende teksten is het eigenlijk niet. Het geeft een aardig inzicht in wat we zoal doen en hoe het er uit komt te zien .
Een handig programmaatje genereert een flash fotoboek op je scherm, welke je door het aanklikken van foto’s naar willekeur laat verschijnen en verdwijnen.
Het geheel echter oogt mij nu armetierig. In vroegere jaren zou de website best acceptabel genoemd kunnen worden maar vandaag de dag lijkt het nergens meer op.
Dus nu sta ik in dubio of ik de huidige website niet moet opfleuren door een modern webdesign programma aan te schaffen of maar gewoon de site aan de wilgen hang en de provider mee ga delen dat ik aan het eind van dit jaar er mee ga te houden.
“Waarom zou je ermee stoppen?” mijn vrouw heeft zo haar eigen inbreng in dit proces en komt met een goede observering. “Maak een site die aansluit op de behoefte van de bezoeker”.
Helemaal juist. En zeker ook wel aan gedacht. Ik heb de site gemaakt vanuit mijn optiek en naar aanleiding van de vele vragen van familie ,vrienden en kennissen om eens foto’s van ons franse onderkomen te mogen inzien. En zo werd de website een feit.
Wat te doen?
De site is inmiddels allang niet meer gefocust op frankrijk alleen ;de argeloze bezoeker krijgt een lawine van informatie aangeboden in een doolhof van hyperlink gemaakte foto’s met verscholen fotoboeken zodat na enig wild klikken zodanig op de site verdwaald dat alleen de browser nog kan helpen door maar vaak genoeg op de back pijl te drukken tot je aan het begin terug bent of ten einde raad de site opnieuw oproept.
Ik download een gratis webdesign programma en bekijk het resultaat. Niks spectaculairs.
Verder zoeken dan maar. Ik wil iets met flash software bijvoorbeeld. En terug naar een menu met knopjes. Niet teveel poespas en extra linken die de bezoeker steeds verder van mijn site af laten drijven. Eenvoudigheid moet het motto zijn.
Op het web vind ik nog niks van mijn gading. Voorlopig dan maar met het bestaande fotoboek album programmaatje verder. Werkt goed, alleen vind ik de teksten te klein afgebeeld. Morgen aan de gang dan maar. Als ik tijd heb natuurlijk want ik weet dat spelen met software de tijd zo doet laten verstrijken
woensdag 17 november 2010
lekker
Ik sta in dubio. Even onder de zonnebank of effe de warmte van de infra rood lampen laten inwerken op mijn vel en botten. De keuze uit luxe, ik weet het.
Helemaal lekker als het buiten guur weer is. Een goed moment om een flinke wandeling maken en dan de weldadige warmte in.
In de jaren dat we met de kinderen in de schoolvakanties huisjes bewoonden huurden we wel eens de luxe die we nu thuis hebben. Ook heerlijk na een tocht met de motor die ook in de winter periode mij dagelijks naar werk en weer thuis brengt.
“Is het niet vreselijk koud op zo'n motor?” klinkt het vaak. Men verslijt je voor gek maar dat zeggen ze niet hardop. Ik kan het ontkennen. Goeie spullen aantrekken en dan kun je met min tien nog tuffen.
Het hele jaar doorrijden doen er niet veel. De motards die zich in de komende maanden nog op de weg vertonen weten niet beter denk ik. Of doen dat uit nood.
Het is een afvalrace zonder winnaars want met de toenemende kans op regen, wind en mist in combinatie met bladeren op de weg en slecht zicht is het opletten geblazen.
Voor velen uiteindelijk een reden om toch maar af te stappen.
Maar ik ben het gewend. Al twintig seizoenen lang.
Om stukken beter zichtbaar te zijn in deze donkere periode hijs ik me in een geel reflecterend pak dat de doorgaans zwarte kledij die ik draag geheel omsluit. Een stukje veiligheid en bescherming.
Zo’n geel pak valt op.
Ik krijg af en toe de indruk dat de autobestuurders zelf even het gas inhouden als ik achter hun race.
Vandaag moet ik met mist terug. Ik haat mist. De vizier van mijn helm weet er niet goed raad mee zodat ik vrij snel na aanvang van de terugtocht tegen beter weten in het ding probeer schoon te vegen. Als brildrager wordt het helemaal riskant om het vizier uit nood maar op te klappen om te ervaren dat in no time je zicht tot een wazige blurr vervormd en je genoodzaakt bent aan de kant te gaan om e.e.a. op te poetsen.
Stilstaan in de mist is nu niet direct een goed idee maar altijd nog beter dat rijden zonder enig zicht op de weg en haar gebruikers. Thuisgekomen hijs ik me uit de motor kleren. Het huis is 16 graden, niemand thuis. Op de overloop kleed ik me verder uit en loop de trap naar de zolder op. Even lekker relaxen.
Morgen hebben we motorweer. Bijna vorst zonder kans op mist,zo hoor ik op de radio die naast me ligt als ik even later onder de lampen opwarm.
Heerlijk
dinsdag 16 november 2010
klussers
De aannemer laat ons nog steeds in het ongewisse wanneer hij zijn werkzaamheden aanvangt. Omdat wij in zijn oprechtheid blijven geloven tot volgend jaar juni arrangeren we noodgedwongen onze planning rondom deze onwetenheid heen. Daar zijn we erg bedreven in geworden sinds we te maken hebben met franse werklui en hun afspraken.
Toch is het lastig. De kalender voor volgend jaar is welliswaar nog niet aangeschaft maar het wordt ons steeds duidelijker dat wij in de zomervakantie mogen rekenen op erg veel handen die ons komen helpen bij de fabrikage van het nieuwe dak op de schuur.
“Voor een goed maal per dag komen we je helpen hoor “ krijgen we dan joviaal aangeboden. Tja, wat zeg je dan.
Inmiddels staat de teller op 13 extra paar handen die over komen om het varkentje wel even te wassen. “Je hebt toch wel een goed bed staan he? “
Mijn vrouw heeft volkomen gelijk dat er van werken zo geen sprake meer zal zijn. Het eerste jaar dat wij ons huis hadden werden we overspoeld door familie en vrienden die weken bleven genieten van de omgeving en waarvoor wij kookten en entertainment moesten verzorgen. Wij waren na de vakantie doodop.
“Dit doen we nooit meer” zeiden mijn vrouw en ik in koor. Maar het jaar daarop was het nieuwtje er van af en verbleven we de weken alleen en kwam een vriendenstel waarmee het goed werken en vertieren is voor een paar weken over en genoten we van de goede tijd die we daar met elkaar doorbrachten.
En zo ging het de jaren daarop idem. Af en toe wipte er iemand aan voor een weekje en dat vonden we heel leuk.
Wat moet ik met een extra 13 paar handen aanvangen? Ik heb 3 paar handschoenen liggen, twee hamers en 1 trap. Dat komt neer op effectief 2 andere personen naast mezelf aan het werk en 11 personen als opzichters langs de kant zien staan. Dat wordt een probleem want ik heb niet eens een plan.
De telefoon gaat. Ik hoor een bekende stem van iemand die wij in jaren niet meer gezien hebben.
Hoe ‘t met ons was. Nou best, antwoordde ik naar eer en geweten. “En het huis in frankrijk?”
Zij hadden ons ooit in een ver verleden attent gemaakt op dit huis wat ze toen een aantal jaren in de grote vakantie huurden en volgens hun echt ook iets was voor ons.
Ze kregen gelijk en toen de eigenaar het jaren later wilde verkopen kochten wij het.
“Prima, een hoop te doen nog” antwoorde ik.
Ze hadden de website wel in de gaten gehouden maar tja, druk geweest met de opvoeding en coaching van 4 opgroeiende pubers , je kent het wel he.
We konden ons het voorstellen. “Maar eh.. we zijn komend jaar in de buurt en we dachten er aan om bij jullie de handen uit de mouwen te komen steken.”
Hij was niet direct handig met gereedschap wist ik nog maar wel grappig gezeldschap.
“ We nemen de camper mee” klonk het aan de ander lijn. “Nou leuk..” wist ik niet anders te antwoorden. “We bellen nog” riep hij en hing op.
Mijn vrouw keek me vragend aan. Ik trok me schouders op.
Misschien dat ie kan koken
maandag 15 november 2010
Passen
We hadden de vette klei niet echt meegerekend in het transport maar we kregen er een kilootje van mee die zich door een gescheurde vuilniszak over de bijrijders stoel van de auto verspreidde. Maar de bomen die we zojuist hadden gekocht paste van wortel tot kruin in de volvo. Voor het zover kon komen hadden we eerst de tocht in bar en boos weer naar De Fruittuin in Doesburg ondernomen. “Laten we nu maar gaan, het wordt toch niet beter” besloten we na de buienradar te hebben geraagpleegd.
En zo kwamen we na anderhalf uur rijden in de plensregen aan op onze bestemming. Een van hout opgetrokken onderkomen dat temidden van veel fruitbomen was verrezen en onderdak bleek te bieden aan een schare liefhebbers die niets leukers vinden om oude fruit rassen te behouden voor eeuwige teloorgang. Daar doen wij graag aan mee.
De ingang van het gebouw werd bewaakt door een vriendelijke meneer die voor zo vroeg op de zondag morgen een montere indruk op ons maakte. Bij het zien van de wikkel van het periodiek dat mijn vrouw als bonus op het lidmaatschap ontvangt werden wij al bijna gratis naar binnengewuifd maar mijn vrouw wees op mij en verklapte de man dat ik welliswaar ernstig bijdroeg in de contributie van haar hobby maar zelf geen lid was.
Dat kostte mij vijf euro waarvoor ik een bonnetje met nummer ontving die ook wel gebruikt worden voor loterijen. Een deur verder kwamen we in een gezellige boel. Waar je ook kon kijken viel je oog in oog met appels of peren die in kleine kistjes of mandjes waren uitgestald. Dat rook fruitig. En alles voorzien van nette naambordjes .
“Fruit niet opeten” stond er heel terecht bij. "Proeven bij de fruittafel". Dat leek me wel wat. We werden door een vriendelijke gids meteen de hoek om gestuurd zodat het voelde alsof er een soort route was uitgezet maar verdwalen hier leek ons vrij onmogelijk. In de verdere aanbouw waren wederom veel appels en peren uitgestald. Aan het hoofd van de ruimte stond een lange tafel vol koopbaar lectuur dat werd aangeprezen door een rijzige man met een bril van het formaat waarmee Freek de Jonge rondloopt. Ik schoot een plaatje van de bonte uitstalling van fruit. Voor thuis.
“Psssssst”
Ik kreeg de wenkende heer achter de tafel in de gaten die me zijn kant op wenkte.
“U mag eigenlijk niet fotograveren hier”begon hij. In zijn aanhef gaf hij zelf al aan het niet eens te zijn met het verbod. “ Als hij het in de gaten krijgt dan komen er problemen van”
Hij wees over mijn schouder naar een luidruchtig groepje mensen die zich net naar de andere zaal aan het verplaatsen waren maar ik kreeg niet door wie de dictator was die het verbod had ingesteld.
“Hij wil voorkomen dat foto’s van hier in andere bladen opduiken” En als voorbeeld toonde hij mij een oud exemplaar van het lijfblad waar onder elke foto dezelfde naam stond afgedrukt.
"Elke foto wordt hoogstpersoonlijk door hem gemaakt. Niemand anders mag dat."
Ik knikte. Zijn levenswerk was deze fruittuin en dit blad, zoveel had ik wel begrepen. “Maar van mij mag het hoor; als ik nu fluit dat komt hij er aan en moet U de camera verstoppen” Het klonk als een complot en ik stemde er in toe.
Maar van fotograveren kwam niet veel meer. Mijn vrouw drukte mij haar aankopen in de hand en daar kon geen camera bedienen meer bij.
Na wat melig (maar ook lekker) fruit te hebben geproeft met als klapstuk een bijzonder vieze peer met een zurige smaak begreep ik de aanwezige afvalemmer bij de tafel plotseling helemaal.
Mijn vrouw kocht uiteindelijke een papieren zak met lekkere handappeltjes die nog te bewaren viel tot eind dit jaar. Beetje optimistisch was die gedachte wel gezien het feit dat appels bij ons nooit langer dan een week blijven liggen. Ze zijn altijd Op.
Buiten bleek het nog immer te gieten. Zullen we nu of later bomen mee nemen, twijfelde mijn vrouw. Ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken mijn toegevelijkheid te tonen en vond dat het meteen wel kon. Een schop in de dikke klei en hebbes. Vooruit dan maar.
Zo viel de keuze op vier al flinke halfstam bomen waarvan mijn vrouw beweerde dat die nooit in de volvo zouden passen . “tuurlijk passen die” ik ken de auto en haar lengte.
Buiten de hekken stond een ouder echtpaar met een klein model auto in dubio. Er stak nog zeker anderhalve meter boom uit de laadklep. “Gewoon hard dichtdoen”riep ik mijn pragmatisch advies als grap naar het echtpaar. De grijze man hield de klep in zijn handen en keek mij vermoeid aan. Even leek het erop dat hij mijn advies overwoog.
Maar hij besloot toch de klep maar voorzichtig te laten zakken.
Hij moest maar een klein eindje denk ik.
En zo kwamen we na anderhalf uur rijden in de plensregen aan op onze bestemming. Een van hout opgetrokken onderkomen dat temidden van veel fruitbomen was verrezen en onderdak bleek te bieden aan een schare liefhebbers die niets leukers vinden om oude fruit rassen te behouden voor eeuwige teloorgang. Daar doen wij graag aan mee.
De ingang van het gebouw werd bewaakt door een vriendelijke meneer die voor zo vroeg op de zondag morgen een montere indruk op ons maakte. Bij het zien van de wikkel van het periodiek dat mijn vrouw als bonus op het lidmaatschap ontvangt werden wij al bijna gratis naar binnengewuifd maar mijn vrouw wees op mij en verklapte de man dat ik welliswaar ernstig bijdroeg in de contributie van haar hobby maar zelf geen lid was.
Dat kostte mij vijf euro waarvoor ik een bonnetje met nummer ontving die ook wel gebruikt worden voor loterijen. Een deur verder kwamen we in een gezellige boel. Waar je ook kon kijken viel je oog in oog met appels of peren die in kleine kistjes of mandjes waren uitgestald. Dat rook fruitig. En alles voorzien van nette naambordjes .
“Fruit niet opeten” stond er heel terecht bij. "Proeven bij de fruittafel". Dat leek me wel wat. We werden door een vriendelijke gids meteen de hoek om gestuurd zodat het voelde alsof er een soort route was uitgezet maar verdwalen hier leek ons vrij onmogelijk. In de verdere aanbouw waren wederom veel appels en peren uitgestald. Aan het hoofd van de ruimte stond een lange tafel vol koopbaar lectuur dat werd aangeprezen door een rijzige man met een bril van het formaat waarmee Freek de Jonge rondloopt. Ik schoot een plaatje van de bonte uitstalling van fruit. Voor thuis.
“Psssssst”
Ik kreeg de wenkende heer achter de tafel in de gaten die me zijn kant op wenkte.
“U mag eigenlijk niet fotograveren hier”begon hij. In zijn aanhef gaf hij zelf al aan het niet eens te zijn met het verbod. “ Als hij het in de gaten krijgt dan komen er problemen van”
Hij wees over mijn schouder naar een luidruchtig groepje mensen die zich net naar de andere zaal aan het verplaatsen waren maar ik kreeg niet door wie de dictator was die het verbod had ingesteld.
“Hij wil voorkomen dat foto’s van hier in andere bladen opduiken” En als voorbeeld toonde hij mij een oud exemplaar van het lijfblad waar onder elke foto dezelfde naam stond afgedrukt.
"Elke foto wordt hoogstpersoonlijk door hem gemaakt. Niemand anders mag dat."
Ik knikte. Zijn levenswerk was deze fruittuin en dit blad, zoveel had ik wel begrepen. “Maar van mij mag het hoor; als ik nu fluit dat komt hij er aan en moet U de camera verstoppen” Het klonk als een complot en ik stemde er in toe.
Maar van fotograveren kwam niet veel meer. Mijn vrouw drukte mij haar aankopen in de hand en daar kon geen camera bedienen meer bij.
Na wat melig (maar ook lekker) fruit te hebben geproeft met als klapstuk een bijzonder vieze peer met een zurige smaak begreep ik de aanwezige afvalemmer bij de tafel plotseling helemaal.
Mijn vrouw kocht uiteindelijke een papieren zak met lekkere handappeltjes die nog te bewaren viel tot eind dit jaar. Beetje optimistisch was die gedachte wel gezien het feit dat appels bij ons nooit langer dan een week blijven liggen. Ze zijn altijd Op.
Buiten bleek het nog immer te gieten. Zullen we nu of later bomen mee nemen, twijfelde mijn vrouw. Ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken mijn toegevelijkheid te tonen en vond dat het meteen wel kon. Een schop in de dikke klei en hebbes. Vooruit dan maar.
Zo viel de keuze op vier al flinke halfstam bomen waarvan mijn vrouw beweerde dat die nooit in de volvo zouden passen . “tuurlijk passen die” ik ken de auto en haar lengte.
Buiten de hekken stond een ouder echtpaar met een klein model auto in dubio. Er stak nog zeker anderhalve meter boom uit de laadklep. “Gewoon hard dichtdoen”riep ik mijn pragmatisch advies als grap naar het echtpaar. De grijze man hield de klep in zijn handen en keek mij vermoeid aan. Even leek het erop dat hij mijn advies overwoog.
Maar hij besloot toch de klep maar voorzichtig te laten zakken.
Hij moest maar een klein eindje denk ik.
zaterdag 13 november 2010
Een eco monument
Een keer Googelen kost aan energie verbruik net zoveel als een lamp van 7 watt een uur te laten branden. Met zulk soort weetjes kwam je na een bezoekje aan De Kleine Aarde in Boxel mee thuis. We kwamen daar speciaal als de ecologische bouwmarkt werd gehouden en je op de hoogte gebracht werd van alle nieuwe vindingen die konden bijdragen aan een beter milieu.
Zo werden wij door hun geĆÆnspireerd om al heel lang geleden zonnecellen en een zonneboiler op huis te plaatsen. En veel meer leuke en effectieve zaken kwamen door hun informatie bij ons in gebruik. Nu de maatschappij heeft ontdekt dat beter omgaan met het milieu niet meer is voorbehouden aan een klupje wereldverbeteraars en geiten wollen sokken dragers is de grootste taak volbracht.
Termen als duurzame energie en bewust worden van je ecologische voetafdruk worden herkend. Spaarlampen hebben de gloeilamp verdreven ,afval wordt hergebruikt en nieuwe huizen worden duurzamer gebouwd en verbruiken steeds minder energie. Alleen het compost toilet is geen blijvertje geworden.
Nog 1 keertje kun je op de zeepkist staan en jouw verhaal doen. Zondag 28 november gaan de deuren van het bezoekers centrum open voor iedereen die dat wil om samen een mooi afscheid te houden. Afscheid van dit duurzame initiatief dat haar steentje heeft bijgedragen om de mensen bewuster te maken respect te hebben voor je leefomgeving.
Het bracht alternatieve oplossingen naar aan een groter publiek. En daar zijn ze goed in geslaagd. Sommige initiatieven zullen doorgaan. Dat moet, want de mens vergeet snel. Hoe en waarmee zal nog moeten blijken want uiteindelijk draait het om geld. Maar wat wij hebben geleerd geven we door aan onze kinderen. Want die moeten het verder doen zonder De Kleine Aarde.
Toen ik in de vroege jaren tachtig met een vriend het BOL huis bezocht lag de boerderij in de landerijen. We zagen Sietse Leeflang, de geestelijke vader van de beweging en lazen zijn publicaties. De Kleine Aarde van nu zit klem in de verrezen nieuwbouw dat door hoge muren is afgeschermd tegen het geluid dat door het voortrazende verkeer van de snelweg wordt voortgebracht .
De onstuitbare groei van alles en iedereen heeft ook de beschermde omgeving waarin de Kleine Aarde mocht uitgroeien tot een begrip uiteindelijk ingehaald. De Bol staat er nog. Vaal en verwaarloosd maar niet achterhaald. Haar ideeƫn worden toegepast in de moderne bouw van nu. Misschien wel in de huizen die nu achter haar zijn verrezen en haar wellicht in de nabije toekomst zien verdwijnen.
En dat zou jammer zijn.
geluk
Het regent.
Dat mag. Het is per slot van rekening November. De bladen zijn met de laatste storm van de takken gewaaid. Her en der zit nog een kleurig blad gevangen tussen de twijgen. Tot volgend jaar het nieuwe groen weer verschijnt. We vinden dat gewoon. Net als dat het regenen kan.
Er zijn plekken op deze aarde waar het misschien twee keer per jaar regent. Niet te lang bij stilstaan. Wees blij met de seizoenen denk ik wel eens. De tuin is nog vol kleur. Van het mooiste groen tot geel oranje. Ook de bossen zijn nu op haar mooist. En dan die geur!
Het regent.
‘t Miezelt eigenlijk meer dan dat er druppels vallen. Ik luister naar een CD van Jacques Loussier die net via de post is binnengekomen. Zo’n artiest moet je bestellen, zo blijkt , maar het is de moeite van het wachten waard. Johan Sebastiaan Bach in een ander jasje gestoken. De boxen doen hun uiterste best om elke noot de huiskamer in te sturen. Vrolijke muziek met regen op de ruiten. Een goed gevoel zit hem soms in het genieten van kleine dingen.
Zelfs regen kan heerlijk zijn
vrijdag 12 november 2010
Geen reden
Gaat U naar de naturistenbeurs?
Waarom?
Het kan natuurlijk zijn dat U verlegen zit om een naakte vakantiebestemming als ik het zo mag uitdrukken en dat liever niet ter sprake brengt in de reiswinkel bij u om de hoek.
Naakt is nog lang niet doodgewoon.
Of komt u voor advies.
Zo heb ik lang nagedacht of ik wist waarom ik zou gaan.
Ik wist het niet.
dinsdag 9 november 2010
Lijf
Waar ik voor een activiteit veel discipline kan opbrengen, ontbreekt het me voor iets anders totaal. Dat heeft deels te maken met de juiste motivatie. Zo wil ik nog altijd het fysieke formaat van een schaatsenrijder proberen te evenaren terwijl ik weet dat dit een op voorhand mislukte missie wordt want mijn lichaam is er niet voor in de wieg gelegd.
Tuurlijk heb ik aan de gewichten gehangen, de trekveren weten uit te rekken en de racefiets beklommen. En toegegeven, er waren jaren bij dat het kwa conditie geweldig ging. Maar mijn lichaam bleef de vorm behouden die het had. De eiwit shakes kwamen mijn neus uit maar ik bleef een mager scharminkel. Met jaloezie keek ik naar kerels die van nature alles al hadden meegekregen waar ik om verlegen zat. Prachtig in proportie .
En telkens weer voltrok zich hetzelfde proces. Aangestoken door zo’n verschijning ,een film of gebeurtenis klom ik de koude zolder op en waagde ik mij aan de in een impuls aangeschafte apparaten teneinde weer spiergroepen te trainen.
Het maakte niet eens uit welke, ik kon overal aanwas van spieren en wat vet gebruiken.
Zoiets hield ik wel eens een hele week vol. Met de eiwit drankjes erbij en dagelijks wegen en meten of ik al vorderingen maakte.
Maar dan kwamen de verstoringen. Heel langzaam slopen die er in.
Een avondje weg hier, een weekend weg daar. Het strakke trainingsschema werd al snel terzijde geschoven. Morgen een keertje extra dan maar. Ik hield me voor de gek.
Slappeling. Zo in m’n eentje wordt het niets.
Veel beter is een stok achter de deur in de vorm van een maatje. Maar ook dat bleek geen succes voor continuĆÆteit. Mijn maatje ging er al snel tussen uit voor een zakenreis van vier weken Druk druk druk. Daar zat ik weer alleen en zo bleef ik thuis. De nekslag van mijn eigen gebouwde gym tenslotte kwam bij de bouw van de sauna. Hiervoor moest het toestel wijken en verdween het geheel achter de opberg schotten uit plaatsgebrek..
Nu is een sauna heerlijk maar conditioneel voegt het helemaal niets toe. Je zweet zonder inspanning te leveren. Maar dikke spierbundels krijg je er niet van. Tot een jaar geleden ik mijn zoon hoorde slepen met gewichten. In zijn toch al volgebouwde slaapkamer verrees mijn opgeborgen trainer. Eigenlijk paste het ding niet maar wat deerde dat?
Hem niets.
En zo hoorde ik al spoedig avond na avond het zachte gebonk van de trainer uit zijn kamer komen. Veel meer discipline dan ik dus.
Spieren kweken is belangrijk als je zestien bent geworden. Helemaal als je nog steeds verliest met armpje drukken van je vader. "Pap ik heb jouw dunne benen en polsen" klaagde hij. Das waar. Maar als troost gaf ik hem mee dat hij net zo taai was en dat klopt; hij is zelden of nooit ziek. Dat was natuurlijk niet voldoende dus bleef hij trainen en hopen op keiharde kuiten en een mooie sixpack.
Maar toen na maanden noeste arbeid hij nog immer verloor van pa kwam ook bij hem de klad in het trainen. Zo werd het stil.Tot gisteravond.
Toen hoorde ik het gebonk weer.
Hij heeft een nieuw vriendinnetje.
maandag 8 november 2010
idealen
Ik heb nog altijd een paar buttons met protest leuzen tegen kernenergie. En in een map bewaar ik nog pakkende raamposters. Ze blijken tijdloos te zijn .
Jong en oud protesteert tegen vervoer van nucleair afval materiaal dat van frankrijk per spoor wordt vervoerd naar de kop van duitsland waar het zal worden opgeslagen in een diepe zoutlaag.
Ik stond vroeger ook op de barricaden.
Echt vast geketend heb ik echter nooit gezeten. Daarvoor liep ik niet vooruit genoeg. Ik was meer een requisiet zal ik maar zeggen. Achtergrond vulling met een spandoek of een bord met een pakkende slogan. Niet eens naakt.
Ik moet op heel wat foto’s zijn vastgelegd maar zag mezelf nooit terug. Ik kan me niet herinneren dat ik toen blootprotesten heb meegemaakt.
Je haalt er wel de krant mee, zo blijkt telkens weer.
Jammer alleen dat het op geen enkele wijze duidelijk wordt dat de meiden hier protesteren. Reuze lol hebben ze, dat wel. Met de polizei op de achtergrond als ware het dat ze de beide blootloopsters aan het opjagen zijn. Maar dat doen ze niet.
Spontaan bloot moet het geweest zijn. Geen teksen met lippenstift, nog geen button op de mutsjes of een spandoek in de hand.
Gewoon bloot. Meiden met een ideaal.
Ik zou zo weer mee doen
zondag 7 november 2010
kruik
Ik ben niet ziek maar geweldig voel ik me niet. Beroerd eigenlijk. Ik wil van alles maar mijn fysieke conditie belet me het.
Overvallen door maagkrampen die op willekeurige momenten mij dwingen te verzitten om zo mijn buik wat ruimte te verschaffen. Geen klemmende kledij voor mij maar dat draag ik normaliter toch al nimmer.
Het weekend lang was niet genoeg om er van te herstellen. De truuk om dan met een warme kruik op de buik de krampen te laten afnemen werkt ook nu weer redelijk wel gelukkig maar het beperkt je mobiliteit, zo’n kruik.
Het was even zoeken naar het ding .Typisch zo’n gebruiksvoorwerp dat erg ver uit beeld raakt om dan plotseling een hoofdrol te moeten spelen. T’is een beetje wat je wel heb met verre kennissen waarbij je aan papt als je hun aanhangwagen weer eens moet lenen.
Ik heb geluk als ik het ding op de tast weet te vinden en de donkere slaapkamer want mijn vrouw is al in dromenland en dat verdraagt geen licht.
De dop hangt er met een touwtje aan vast gemaakt. Als ik hem wil vullen met heetwater zie ik duidelijk hoe de superlijm de vorige keer een lek wist te repareren. Ook toen was het een noodgeval .Snel de kruik in stelling en toen bleek hij lek. Gelukkig bewaar ik grote hoeveelheden superlijm in de koelkast dat rubber uitermate goed weet te plakken.
Ik hou de vulopening onder de hete kraan maar al snel loopt het water over. Heet.
De binnenkant van de kruik blijkt aan elkaar geplakt. Als een plastik zak probeer ik de helften van elkaar af te scheuren en dat lukt deels. Het hete water deed de rest en wonderwel was het ding nog waterdicht. Ik herinner me nog de keer dat ik als kind een kruik keeg vanwege de kou in bed waarbij de kruik door een versleten leertje in de sluiting langzaam leegliep.
Kon moeder nog eens het hele bed verschonen en het matras omkeren terwijl jij een beetje beteutert in je flanelletje naast het bed stond te koukleumen.
Ik vul het ding half vol. Ik hou een T shirt aan vanwege de kruik en druk het ding tegen mijn opstandige buik. Dat voelt goed.
De warmte helpt de krampen en het nare gevoel te verdrijven. Als ik in de ochtend wakker word voel ik mijn buik nog wel maar echt beroerd ben ik niet meer. “ Blijf je vandaag thuis?’ vraagt mijn vrouw bezorgd. “Welnee” roep ik uit. De kruik ligt naast het bed als een koud washandje. “Ik ben toch niet ziek?”
laatste loodjes
Het is een bekend verschijnsel. De net niet helemaal af klus. Een niet geverfd plintje of afdek kapje dat ontbreekt. Vaak ligt het niet eens direct aan de klusser. Zet je een prefab ding in elkaar en blijkt als het bijna af is dat er net een onderdeeltje mist. Zoiets blijft lang slepen. En dan komt onverbiddelijk het moment dat je het gaat accepteren.
Zo staat mijn sauna al drie jaar te wachten op voldoende stroom. Na wat berekeningen in het voortraject kwam ik tot de conclusie dat de capaciteit voor de kachel meer stroom nodig moest hebben dan een simpel stopkontakt. Ik legde de uitdaging voor aan een expert en mijn vrees werd bewaarheid. “U moet krachtstroom meneer”
Omdat ik niet snel uit het technisch veld te slaan ben accepteerde ik de onheilstijding als een gegeven waar ik een oplossing voor moest vinden. Krachtstroom betekent voor een normale huisinstallatie zowiezo nieuwe stoppenkast en natuurlijk moet ook het energiebedrijf een nieuwe meter en aansluiting aanleggen.
Met de scheiding van stroomleveranciers en stroomtransporteurs een leuke uitzoek klus die me na veel gegoogle eindelijk bracht op een site die deze aanvraag kon verwerken. Een meevallertje was dat de kosten beperkt bleven tot eenmalig een bedrag voor twee stoppen en een nieuwe meter.
Dat was in 2007. Omdat de sauna naast de grote kachel ook IR stralers kreeg bleek het gemis van de krachtstroom niet zo groot. IR is praktisch want je hebt instant warmte en geen 380 volt nodig. En zo bleef de kachel zonder stroom. Het regelkastje hing er een beetje sjofel bij; half open gemaakt om via een omleiding toch spanning te geven aan de verlichting die anders niet zou werken.
Hoewel de stoppenkast vervangen was door een geschikt voor krachtstroom bleef het ding op de aangeboden 230 volt werken tot de installateurs waren verwittigd. En daar is het wachten nog op.
Toen een weekend geleden er mensen kwamen kijken naar mijn sauna om te zien of het ook iets voor hun zou zijn zag ik na jaren eensklaps dat het niet af was zo. Dat kon niet langer. Met wat bijeen geraapte moed heb ik de laatste draden netjes permanent vastgezet, het kastje voorzien van haar deksel en beneden in de stoppenkast de losse draden van de sauna aan de daarvoor bestemde schakelaar gemonteerd.
Rest me nog een ding. De krachtstroom aanvragen.
Bij wie ook al weer?
vrijdag 5 november 2010
Beperkt houdbaar
Kleur is belangrijk maar zwart wit is vaak mooier. Zo zit dat met foto’s. Dat in lang vervlogen tijden een zwart wit prentje goedkoop was werd door de komst van geautomatiseerde kleurencentrales snel achterhaald en zo raakte ZW uit en werd elke kiek een kleuren kiek.
Toen iedereen aan de kleurenfoto’s zat vergat men al snel mooi een zwart wit opname eigenlijk kan zijn.
En ook blijft.
Kleur is vergankelijk en menig fotoboek bewaart daar de bewijzen van.
Maar wie print zijn digikiekjes vandaag de dag nog uit?
Dankzij inventieve software manipulaties kun je tegenwoordig zelf elk kiekje kwa kleuren geheel naar smaak en inzicht transformeren,ook in oude sepia look dus. Met een beetje gevoel is zo je hele collectie met wat klikken terug te brengen naar de negentiende eeuw als je dat zou willen maar laat de moderne tijd zich wel vangen in zwart wit?
Een blootkiekje is daarintegen tijdloos.
Een leuke locatie in de natuur te vinden en voila. Maak de opname in sepia en voeg eventueel nog wat ruis aan het beeld toe en oude tijden herleven voor je ogen op het beeldscherm.
Digitaal maakt welliswaar van alles mogelijk maar dat heeft ook een keerzijde. Zo wordt het steeds moeilijker om aan te nemen wat je ziet ook orgineel is. Menig artikel zal al zijn opgefleurd met foto’s waar hevig mee is geshopped. Soms over de grenzen van wat toelaatbaar geacht wordt. Tuurlijk, vroeger manipuleerde men ook met negatieven maar dat was nog knap lastig terwijl nu elke computer fanaat met wat klikken de meest fantastische kul bij elkaar weet te shoppen.
Een uitdrukking die afgeleid is van een beroemd programma van de firma Adobe. Niet te licht over dat shoppen denken trouwens want een digitale foto als bewijsstuk wordt niet zomaar meer geaccepteerd.
Wie oude fotoboeken mag inkijken kan zich verbazen over de geweldig kwaliteit van de afdrukken van toen. Maar net als de oude buizenradio van weleer in zijn hoogtijdagen perfecte ontvangs van AM zenders kon geven, was het zwart/wit process van de fotografie bijna vervolmaakt. Perfectie werd bereikt met gebruikmaking van glas als negatief. Dat was niet goedkoop maar wel voor eeuwig als het glas tenminste heel bleef.
Negatieven. Ik heb er nog twee ringbanden van vol. Keurig in zuurvrije hoesjes .
Bewaren, omdat het een zonde is ze weg te gooien. Dat doet een ander maar.
Een treurig bestaan. Alleen de fotoboeken worden nog wel eens ingekeken. Door de kinderen vooral. Oude fotoboeken gaan daarom lang mee. Veel langer als de kleur van de foto’s die het herbergt.
Maar over een generatie van nu erf je geen fotoboeken meer. Hooguit een memory chip.
En hoelang gaan die mee?
woensdag 3 november 2010
Kaal vel
“Pap, hoe scheer je nat?”
Op een serieuze vraag moet een serieus antwoord volgen vind ik.
Ik keek naar zijn kin waarop schuchtere baardgroei was te ontwaren. “Zou je niet liever elektrisch willen? Das handiger in het begin.
Dat mocht ook. Of ik er een had dan.
Mijn eerste scheerapparaat was een erfstuk van opa. Een prachtige philips twee kops met een lang en ietswat vergeeld krulsnoer en een platte stekker waarvan de pootjes wat naar elkaar wezen. Aan nat scheren zoals mijn vader durfte ik niet te beginnen. Een keer in de week met de philips bleek in die dagen voldoende om mijn opkomend vlashaar te elimineren. Er waren jongens in mijn klas die al een volle baard hadden . Ik daarintegen had haargroei dat nog wakker moest worden.
Toen echter de stoppels wat hardnekkiger werden bleek de philishave van opa toch wel sleets te zijn. Ik kon wel tien keer over de haartjes heen racen zonder merkbaar resultaat behoudens het branderig gevoel van een schrale huid.
Zoiets blijft niet onopgemerkt.
En op een dag lag er op mijn buro een afgeronde zwarte doos met daarin een driekops scheermachine met tondeuse. Niet nieuw maar wel goed. Het apparaat maakte in enkel halen korte metten met de baardgroei.
De tondeuse was nieuw. Het ding klapte met een druk op de knop uit het apparaat en liet twee kammetjes met scherpe tanden over elkaar heen racen. Omdat ik niks te trimmen had in het gezicht besloot ik de werking van de tondeuse maar te testen op mijn schaamhaar wat in no time een kale schaamstreek en stijve piemel veroorzaakte.
De jaren gleden voorbij en het ding bleef me al die tijd trouw scheren.
Tot dat ik een keer uit amerika terugkwam en het apparaat op 115 volt had laten staan. De schok van dubbel zo veel volts werd hem te veel. Even zoefde hij heel hard en dat was het.Met een lichte brandgeur omgeven verdween het ding roemloos naar de schuur.
Zo groeide er een poos een baard en snor op mijn gezicht. Bijhouden deed ik met een mesje.
Maar de lengte van baard en snor hield ik kort met een heuse baardtrimmer die naast mijn gezichtshaar ook het hoofdhaar van mijn jongste kind wist te millimeteren. Met twee oplaadbare batterijen heeft het apparaatje zo jaren aan een stuk het mannelijk deel van ons huishouden kwa haar kort houden. Maar toen door slijtage het apparaat de haren ging epileren in plaats van scheren werd het tijd voor iets nieuws.
Het werd een multifunctionele haarverzorger. Dankzij een handig verwisselbare kop kun je er mee scheren, trimmen en zelfs epileren. Dat laatste is wennen want het mechanisch uittrekken van haren doet effe auw. Wel heel effectief kan ik hier melden want sindsdien geniet ik maanden lang van stoppelloos vel op de plekken waar ik ‘m gebruik.
Voor zoonlief kocht ik iets nieuws. Een snoerloze shaver. Helemaal van deze tijd.
Met tondeuse natuurlijk. Je weet immers maar nooit.
dinsdag 2 november 2010
Niet te lezen
Bij een zoektocht op zolder stootte ik op een plastische opbergdoos met floppy disks.
Ik vond niet waarvoor ik kwam maar bracht de doos met floppy naar het zonlicht en bekeek de inhoud.
Het was een allergaartje. Sommige floppy’s hadden een heel druk bestaan geleden wat gekenmerkt werd door een druk beschreven label. Double Density HD stond er op. Goed voor 1.44 Mb aan bitjes. Dat was eens heel wat.
De computer van vandaag weet geen raad met floppy’s. In betwijfel zelfs of een floppy drive nog in te bouwen valt want PC’s van nu zijn aliens vergeleken met modellen uit de vorige eeuw. Ik brows door de stapel floppy’s heen. “Spelletjes div” lees ik.
Omdat ik nooit iets graag weg doe heb ik op zolder nog een perfect werkende computer met floppy drive staan die ik voor deze gelegenheid weer eens aan het lichtnet hang.
Het ding komt met rammel en geloei op gang. Het beeldscherm komt tot leven en een prehistorische DOS versie wordt geladen. Even later blinkt de cursor geduldig achter de C:\ Er zit een 20 MB harde schijf in met het formaat van een broodtrommel.
Hoe ging het ook al weer. Floppy d’r in en dan A:\ met een return . Het lampje van de floppy drive licht op en ik hoor de typische mechanische geluiden van de drive die de inhoud van het schijfje onderzoekt. Het duurt even maar dan verschijnt er A:\ op het scherm. Hij vreet zowaar de floppy nog.
Ik type “list” , geef een enter en zie een stroom van files over het beeldscherm vliegen. Ik kies een willekeurige .Exe uit de rij en druk op enter.
Weer een hoop geluid en dan verschijnt op het beeldscherm een zwart /wit venster met het spelletje rat race. Het werkt nog. De floppy is minstens 15 jaar oud.
Ik laad een andere floppy met oude word perfect bestanden. WP5 zit op de computer, net als Dbase V en LOTUS 123.
Het voelt als het openen van oude vergeelde fotoboeken. Ik brows door de files heen en af en toe open ik een documentje. Dan geeft de floppy drive na een lang heen en weer gebrom een foutmelding. Floppy onleesbaar. De vergankelijkheid van digitale opslag.
Ik hou een floppy in de hand met op het label geschreven “40 jaar feest” . Als ik hem laad tref ik allerlei rijmpjes en muziek teksten aan die ik ter gelegenheid voor het feest had verzonnen. Ik vind ze steengoed.
Helaas heb ik geen printer meer die de oude computer begrijpt. En met memory stickies kom je ook nergens. Zo bleef het document noodgedwongen op de floppy staan.
Morgen toch eens langs de kringloop voor een ouwe matrix printer?
Of kijken of een floppy drive nog past in m’n nieuw PC. Maar 15 jaar in computerland is een hele lange tijd.
“Floppies” ?
De jonge verkoper keek me vragend aan.
Nee, daar had hij geen verstand van.
maandag 1 november 2010
Vluchtig
“Hee, hoe gaat het met je?”
“Kut”
Zo’n antwoord haalt even alle wind uit mijn zeilen.
“Wat is kut”? geen allerdaagse vraag maar wel eentje die haar gesteld kon worden
“Alles”.
Het leek me een hoop.
“Je hebt toch een leuk huis?” probeerde ik nog voorzichtig.. “De wijk is a-sociaal” Een vogelaarsbuurt meende ik.
Zelf heb ik oud west in amsterdam nog zien veranderen van een prachtige volksbuurt tot een uitheems immigranten kwartier
Dat went niet zo makkelijk dus ben ik maar gegaan toen ik kon. Zij zat er net.
“En de kinderen?’
Het is een lastig onderwerp want van haar twee kinderen weet ik slechts een naam te herinneren en geen gezichten.
“Ach..”
Ik krijg in staccato het relaas van hun prille leven en vooruitzichten over mij heen gestrooid.
Meer als een “ Das toch prima” weet ik niet te zeggen. Als het mijn kinderen waren geweest vond ik het ook vast allemaal kut.
“En de liefde”?
Ze keek me dodelijk vermoeid aan. Aan haar lijft geen polonaise meer.
Uit ging ze ook niet. Maar de tuin was wel fijn .
“ Ah, je tuin. Das toch wel heerlijk he? probeerde ik op luchtige toon.
“Ik had een mooie sierkers”, zuchtte ze.” Prachtig in bloei, met vruchtjes”
“Maar die heeft Lara vorige zomer gesnoeid.”
“Nu bloeit ie niet meer.”
Ik zag het voor me. Een gothic met een snoei mes.
“Zal ik mijn vrouw eens vragen wat je nu moet doen? vroeg ik
Iets van hoop keerde in haar terug.
“ Doet ze dat”?
“Tuurlijk” roep ik uit. Mijn vrouw weet alles van EHBO bij planten en bomen.
“ Nou goed dan”
“Dooeg”
En ze verdween uit beeld.
Dag..
Wie leest nog?
Harry Mulisch is dood. Dat kan niemand zijn ontgaan want de volks radio en tv zenders waren de hele zondag vol van zijn verscheiden. Oude radio en TV fragmenten lagen al klaar om te worden uitgezonden want dat hoort bij iemand van zijn postuur.
Hoewel ik geen groot liefhebber ben van zijn werk zag ik in hem een groot schrijver en amiabel mens.
S’avonds zag ik een portret van hem op de buis. Wat ik zo aandoenlijk vond was de foto waarin hij als jonge man op zijn kamer met aandacht naar de inhoud van een reageer buis tuurde. Of hij chemicus wilde worden, vroeg de interviewer. Maar nee, dat was het niet.
Harry had het boek “De wonderbaarlijke avonturen van Bram Vingerling” gelezen.
Dat boek staat ook bij mij in de kast. Alchemist, verbeterde Harry de interviewer. Net als Bram Vingerling een drankje uitvinden waarmee je onzichtbaar zou worden.
Hij werd dus schrijver. En heel beroemd.
Wie hebben we nog over als landje? Met zijn overlijden staan de schijvers met grote namen op grafzerken. Hoe lang worden grote namen nog gelezen?
Onze boekenkast staat vol met beroemde werken .Is zoiets een uitzondering aan het worden?
Abonneren op:
Posts (Atom)