Totaal aantal pageviews
over allerdaagse dingen
zaterdag 31 december 2011
Mijn kunnen
Een keer per jaar wordt er van mij een culinair hoogstandje verwacht waar velen van willen genieten. Zoiets legt druk op je schouders. In de aanloop van de voorbereiding worden dagen van te voren al maatregelen genomen om de inspanning tot een goed einde te laten komen. Het probleem zit hem in het gegeven dat het niet over kan, mocht er iets mislukken.
Vandaar dat dagen van tevoren de ingrediënten worden gecontroleerd op aanwezigheid , versheid en kwaliteit. Het laatste belangrijke onderdeel van het recept komt van experts en moet speciaal besteld worden. Altijd link want als de bestelling niet is doorgekomen sta je met lege handen. Een dag voor de bereiding van het recept moet ik het in huis hebben. Maar ook dit jaar klopt het als een bus en ligt het pakje te wachten op gebruik
Oudejaarsdag gaat om 8 uur in de morgen de wekker. Mijn vrouw is al veel eerder opgestaan en heeft enkele voorbereidingen getroffen om de meester kok bij te staan in het uur van de waarheid. De kamer en keuken zijn warm gestookt, op de tafel staan de ingrediënten bijeen en op het aanrecht staan twee nieuw aangeschafte en uitgewassen emmers. Als ik om half negen beneden kom is het direct aan de gang. Zorgvuldig weeg ik af, schil ik rond en rasp ik me een tennis elleboog. Dan komt het plastic zakje met een grijs grauwe materie die eenvoudig afbrokkelt. Delen door twee moet ik. Ik ken het recept van mijn moeder uit het hoofd.
Ik lees de weegschaal af en hou twee gelijke delen over die ik langzaam in warme melk oplos. Dan de rest van de melk in de emmer en een kilo meel erbij. De geraspte fruitjes en zout komen daarna, en om het geheel op de juiste smeuïgheid te brengen nog wat melk. Dan tilt ik de emmer naar de huiskamer alwaar het geheel bedekt met doek mag rijzen.
Twee emmers dit jaar, er is grote vraag en honger naar. Na drie uur is de spanning ten top want de vraag is telkens weer of de inhoud gerezen is. Het is. Inmiddels is de kookplaat voorzien van folie en staat de pan met hete olie al te stomen. Voorzichtig de emmers uit de kamer en daar gaan we.
De eerste bollen drijven in de olie. Paar minuten, ze moeten zelf omdraaien, dan gaat het goed. Heet uit de pan op een schaal met papier, voor het vet. “Proeven Pap?” vraag zoonlief.
“Vooruit, eentje dan” Hij doopt de bol in een laag poedersuiker en neemt een hap, met ogen dicht.
“Ze zijn nog lekkerder als vorig jaar” zucht ie.
woensdag 28 december 2011
uit de krant
In de krant lees ik “ Joop is gestopt met drinken”.
De rouwadvertentie blijkt de aankondiging te zijn van de crematie van Joop die afgeleid van de inhoud van het bericht graag een borrel tot zich nam. Vierenzestig jaar is ie geworden. Joop laat een levensmaatje achter en een hond die de naam Zooi droeg.
Ik heb Joop niet gekend, maar het lijkt me een kleurrijk man geweest te zijn. We werden allen van harte welkom geheten hem te komen uitwuiven, zo las ik verder. Daaronder een hele rits van namen die Joop allemaal zouden gaan missen.
Ooit hoorde ik een verhaal over een man die elke dag tenminste een begrafenis of crematie bezocht. Niet dat hij de persoon of familie in kwestie kende. Het was meer een dagelijks uitje zoals een ander een hond uit laat. “Ik ga alleen naar oude mensen” zo vertelde hij , want de droefenis bij uitvaarten van jonge mensen trok ie niet. “ Meestal zit er niet veel volk als zo’n oud mensje wordt begraven, en dan heeft het toch een doel he, daar bij te zitten”
Hij nam ook altijd een ruikertje mee. Met lege handen naar een begrafenis komen hoort niet, zo vond ie. “ Meneer, ik was eens op vakantie in brabant, U weet wel, in zo’n huisje voor een week.” “Mijn vrouw vond het prachtig maar ik had geen rust he,”
“Toen heb ik de lokale krant gekocht en ben naar een Brabantse crematie geweest”. “Een heel verschil met het westen hoor” Koffietafels met broodjes en verschillende soorten beleg” Zijn week vakantie was er door opgefleurd. Nu was hij man alleen. Zijn vrouw was hem enkele jaren geleden na een kort ziekbed ontvallen.
“Mooie begrafenis was het, meneer” , “en op z’n brabants , weet U, met veel verschillende dingen te eten en ze schonken er nog een borrel bij ook”
Plannen
Ik sta onder de douche. Er zijn mensen die elke dag onder de douche staan maar dat doe ik niet. Goede raad van een bevriende dermatoloog. Ons vel af en toe schoon schrobben is logisch maar elke dag aanvallen met water en zeep is niet goed voor je weerstand. Lekker, zo’n straal warm water.
Het zijn van die momenten in de dag dat je kunt bezinnen voor je gaat beginnen. Geen omlijnde plannen , maar ik neem me voor een mooie wandeling te maken want ik kom veel te weinig buiten. Als ik me afdroog valt pas goed op hoe bruin ik nog ben. Zo met wat schaars daglicht in de morgen is het goed te zien. Er is geen referentie, want als blootloper zijn er geen bedekt plekje op je huid dat geen zonlicht krijgt.
Ik scharrel wat textiel bijeen. Vooral niet te veel want het is zo wie zo niet koud en ik moet het allemaal zelf meetorsen. Ik ben niet als eerste beneden. Mij vrouw had ik al naar de bakker horen gaan en zit verdiept in het werelds nieuws als ik de kamer binnen loop. Even de PC aan om te kijken of er mail is. Reclame, daar blijft het bij.
Uit dat ding, anders hang ik er zo weer een paar uur achter. Wat ga ik doen vandaag, zo spookt het door mijn hoofd. De garage is nog redelijk op orde en de dingen die er in staan werken allen naar behoren. Ik kan de zolder nog eens door vlooien of die spullen er echt moeten blijven staan of nu eindelijk eens weg kunnen.
Maar dan zit ik weer binnen.
Ik kijk de grauw grijze hemel aan en schat mijn kansen in. Veel regen zou er niet vallen volgens het nieuws. Een wandeling naar het dorp dan maar. Tas mee voor de eventuele aankopen niet vergeten. Misschien wel een cameraatje mee voor wat aardige kiekjes. Eerst even een ontbijtje, want lopen op een lege maag is een slechte start.
Mijn vrouw zit nog immer diep in de krant. “Ga zo het dorp in, loop je mee?” “ Ik fiets veel liever” krijg ik als antwoord. Daarin verschillen we. Maar als ik bos had geroepen was ze mee gelopen. Ik kijk naar buiten. Het giet, tot mijn verrassing. Lopen kan nog steeds natuurlijk, want regen deert me niet. “ ga de zolder opruimen” spoort m’n vrouw me aan. “ Het is daar zo vol, er kan best wat weg denk ik”
Misschien vanmiddag. Nu ga ik lopen.
“ Moet jij nog iets? “
dinsdag 27 december 2011
De laatste dagen 2011
Met de top tweeduizend op de achtergrond slepen we ons door de grijze dagen heen. Jezelf aanzetten tot iets te doen valt niet mee, de werkplaats is koud en kil en de meeste urgente klussen moeten buiten plaatsvinden . Rondje door de wijk dan maar, voor die broodnodige frisse neus.
Aan menig gevel hangt een Kerstman te branden. Tja, we vieren het feest van het licht, althans dat hebben we zo verzonnen . Verdrijven van de donkere dagen. In welke vorm we dat mogen doen is aan ons. Dat er religie aan ten grondslag ligt lijken we bijna te zijn vergeten.
Onder een verlichte boom liggen cadeautjes. Maar wij hebben sinterklaas voor cadeautjes, toch? Alles wat overwaait uit Amerika vindt hier bodem , althans bij velen.
Het miezelt en waait. Hadden voorspellers niet geroepen dat we een hele strenge winter zouden krijgen maar de winter lijkt verder weg dan ooit. 12 graden wijst de meter aan. Nog twee straten door en we zijn weer thuis. Of even langs vriend Ben wandelen , kan ook. Niet te lang wegblijven trouwens, want ik verwacht dat ze vandaag een houtkachel komen leveren. Voor de sauna in Frankrijk welles waar, maar ik ga hem hier een poosje uitproberen.
Klusje voor na oud en nieuw. De open haard er uit en er een kachel voor in de plaats. Eerst oliebollen maken. Doe ik al sinds mensenheugenis zelf, want ik maakt namelijk de beste en smaakvolst van de streek. Goede voorbereiding en wat geheime ingrediënten maken het recept . Bakkersgist gebruiken!
Alleen die keelpijn moest maar eens over zijn. Thuis staat er hete thee klaar en galmt de top 2000 onvermoeibaar voort. Nog vijf dagen genieten en wat aanpielen.
Heerlijk
vrijdag 23 december 2011
laten zo
Mijn oude computer op zolder is nog net goed genoeg om een scanner aan te hangen zodat ik wat oude foto’s digitaal kan opslaan om ze misschien later nog eens voor de website te gebruiken. Naast mappen vol foto’s bezit ik uiteraard ook heel veel negatieven die ik ooit eens allemaal ga rubriceren en scannen, want dat kan ook.
Iets verscholen in de hoek staat een andere klus die doorgaans moet wachten tot een pensioen gerechtigde leeftijd en dan meestal nog niet aan de beurt komt. Mijn dia’s rangschikken. Dat behoeft enige uitleg. Bij de laatste grote verhuizing op de zolder zijn de meeste dia’s door elkaar heen verzeilt geraakt en dia’s zijn niet voorzien van datum en jaartal. Het is een zooitje ongeregeld geworden . Wel hilarisch want het springt van de hak op de tak maar ik schijn de enige te zijn die het leuk genoeg vind om doos na doos door de projector heen te jagen, tot men afhaakt.Ze willen liever iets zien waar ze zelf in voorkomen.
Ik geef toe dat de meeste dia’s zo erg oud zijn, dat zelfs mijn vrouw er niet in voorkomt. Althans, dat zou zo geweest zijn als de boel nog chronologisch zat opgeborgen. Dat werkt niet, dus staan de dia’s sinds dat moment in hun sledes te wachter op rangschikking. Wanneer heb ik de diaprojector gebruikt? 10 ,elf jaar geleden zeker. Als ik een luikje open wil doen om een slede uit de doos te wippen breekt het broze plastic lipje meteen af. De tekst op de doos is geheel verbleekt en onleesbaar geworden. Ik vis een dia uit de slede en hou hem tegen het licht.
Gek hoe je elke dia nog haarscherp kunt plaatsen, bedenk ik me ineens. Ik neem de som op de proef maar telkens weet ik haarfijn de situatie te plaatsen. Goh, wat waren we jong en onbezorgd. Ik leg een dia op de scanner en wacht tot het ding al zoemend een beeld tovert op het scherm. Ik herken een grote winkelstraat in Tokio en herinneringen komen boven; voedselvergiftiging op de laatste avond opgelopen en daags er op doodziek 12 uur in een non stop vlucht naar huis.
De kast staat twee rijen vol boxen, tot bijna aan het plafond. De kinderen zijn nu groot, zouden ze het nog leuk vinden? Ik open een ander box en de eerste dia tonen mijn ouders die net uit hun auto stappen voor kraambezoek van onze eerste , vermoed ik. Ze zijn er beiden niet meer. Zo gaat het met vastleggen van de tijd. De meeste dozen die hier staan heb ik ooit gekregen. Ze zaten vol met historie van een ander waar niemand meer aardigheid in zag om te behouden. Ik heb ze weggegooid, geen een bekeken, waarom zou je.
Zo zal het deze dia’s vast ook vergaan als ik er niet meer ben. Dat snap ik. Dus waarom nog uitzoeken.
Laat het maar zo.
maandag 19 december 2011
de mens wordt lelijk oud
Voor een andere site waar ik als gastredacteur maandelijks een stukje schrijf hou ik de inhoud meer gericht op de blote mens omdat de site daar nu eenmaal over gaat.
De titel van het stukje voor deze maand luidt : “ de mens wordt niet mooi oud”.
Een kort vergelijk tussen de mens, de natuur en de dierenwereld versus ouder worden.
Het afgelopen jaar heb ik de nederlandse naturisten federatie menigmaal de alarmbel horen luiden over de snel toenemende vergrijzing van de naturisten populatie in ons land. De gemiddelde leeftijd van naturisten die zijn aangesloten bij een vereniging ligt hoog. Het zou me niet verbazen als die boven in de vijftig ligt maar harde cijfers heb ik niet. Hoe dan ook zijn de effecten van een snelle vergrijzing goed merkbaar en juist bij de blootloperij valt de vergrijzing op, want bloot is meer in bij oud dan jong, zoals U bekend is.
Ik ben benieuwd wat het stukje bij de lezers gaat losmaken want de woorden oud, lelijk en bloot in een zin laten samen smelten zal best wel eens tere zieltjes doen piepen.
Graag.
Ik heb geleerd in menig cursus over zelf ontplooien een communiceren is dat wat ik vind , van mij is. Hoe simpel en hoe waar. Wat een ander ook kan en mag proberen, jouw persoonlijke bevinding blijft exclusief van jouw.
Zo vind ik lelijk niet mooi. Daar kunt U het mee doen. Is het een kwalificatie voor de ziel en persoonlijkheid ? Nee. U kent mijn mooi niet, dus derhalve mijn lelijk ook niet.
Ben ik zelf mooi is een vraag die ik niet beantwoord.
Wie tevreden is met zichzelf zal gelukkig kunnen zijn.
De titel van het stukje voor deze maand luidt : “ de mens wordt niet mooi oud”.
Een kort vergelijk tussen de mens, de natuur en de dierenwereld versus ouder worden.
Het afgelopen jaar heb ik de nederlandse naturisten federatie menigmaal de alarmbel horen luiden over de snel toenemende vergrijzing van de naturisten populatie in ons land. De gemiddelde leeftijd van naturisten die zijn aangesloten bij een vereniging ligt hoog. Het zou me niet verbazen als die boven in de vijftig ligt maar harde cijfers heb ik niet. Hoe dan ook zijn de effecten van een snelle vergrijzing goed merkbaar en juist bij de blootloperij valt de vergrijzing op, want bloot is meer in bij oud dan jong, zoals U bekend is.
Ik ben benieuwd wat het stukje bij de lezers gaat losmaken want de woorden oud, lelijk en bloot in een zin laten samen smelten zal best wel eens tere zieltjes doen piepen.
Graag.
Ik heb geleerd in menig cursus over zelf ontplooien een communiceren is dat wat ik vind , van mij is. Hoe simpel en hoe waar. Wat een ander ook kan en mag proberen, jouw persoonlijke bevinding blijft exclusief van jouw.
Zo vind ik lelijk niet mooi. Daar kunt U het mee doen. Is het een kwalificatie voor de ziel en persoonlijkheid ? Nee. U kent mijn mooi niet, dus derhalve mijn lelijk ook niet.
Ben ik zelf mooi is een vraag die ik niet beantwoord.
Wie tevreden is met zichzelf zal gelukkig kunnen zijn.
Wie hou ik voor de gek?
We racen als we niet oppassen zo het jaar uit dus om wat vaart te minder neem ik over een aantal dagen twee weken vakantie op. Dat is een goed voornemen dat meteen ingevuld kan gaan worden.
Ik ben niet zo gek op het verkondigen van goede voornemens. Ik hoef niet te stoppen met roken of te minderen met andere vormen van verslavingen omdat ik daar geen problemen mee heb. Die vallen dus al af.
Niet dat ik geen andere voornemens kan verzinnen hoor. Plenty.
Het probleem zit hem in de opvolging en volharding van wat ik wil doen en bereiken. Ook dat is niet nieuw. Daarom ben ik heel veel jaren geleden gestopt met goede voornemens. In plaats daarvan heb ik een lijst gemaakt met dingen die ik nog wil doen voor mijn dood. Een aanrader.
Elk jaar een ding er van kunnen afstrepen, dat is een uitdaging op zich. De spelregels zijn eenvoudig. Er moeten dingen op staan die uitvoerbaar zijn, elk jaar moet er 1 ding van kunnen worden weggestreept en er mogen geen nieuwe dingen bijkomen als er niets van af is gegaan. Dit laatste is logisch, want mijn leven wordt per jaar korter ..
Tussen Kerst en oud en nieuw komt het lijstje boven water. Heb ik mijn belofte gehouden en een ding gedaan dat kan worden weggestreept? Ik heb nog een week.
De dingen die ik heb opgeschreven zijn heel divers en soms ook heel persoonlijk.
Parachute springen staat er nog steeds op. Die wil ik wel met U delen. Aansluiten bij een sportschool staat er ook nog op. Dit jaar niet verder gekomen dat een bezoekje aan zo’n clup.
10 items op m’n lijst, nog een kleine twee weken om er nog een van de lijst af te werken.
Dat is ook een voornemen, besef ik nu.
Shit.
dinsdag 13 december 2011
De buurvrouw
Hoe oud ze is weten we eigenlijk niet precies. Misschien hebben we het wel eens gevraagd maar zijn we het domweg vergeten. Ik schat dik in de negentig.
Een meter dertig groot is ze. Dat weten we precies want dat heeft zo onlangs aan ons mee gedeeld. Beetje gekromd schuifelt ze door het bejaardentehuis heen, achter een licht looprek. Van de kamer tot aan de lift, dan even in een stoel rusten. We zijn op weg naar de eetzaal, het uitje van de dag dat nimmer gemist mag worden.
We brachten voor haar een cake mee.” Kunt U gezellig delen met de zusters” zo stelden wij haar voor. Maar nee, de cake ging ze helemaal zelf oppeuzelen en verdween met dankzegging in het laatje van haar buro. Groot gelijk, zo dacht ik. Het sterf hier van het personeel. Nimmer heb ik in een bejaardenhuis in nederland zoveel staf gezien.
In kraakheldere uniformen. En ook nog eens twee onderhouds mannen, die we in de gang tegenkomen en druk doende zijn een lamp te vervangen.
De in de meeste bewoners is het leven voor het grootste deel al wel geweken. In de aankomst hal moeten wij ons telkens weer door de rijen rolstoelbewoners wurmen die naar ik aan neem daar de hele dag min of meer hun dood zitten af te wachten. Wij zijn bezoekers maar het komt ons zo voor dat we de enige zijn vandaag. Vriendelijke knikjes van het personeel, niemand die vraagt voor wie we komen of kennen ze ons inmiddels?
Ik betwijfel het.
We kletsen even bij. Vorige week nog was ze weer even in haar huis. Vanwege Allerzielen, een feest dat in deze streek heel veel aandacht krijgt wat zich vertaalt in heel veel bloemen op de graven. Een mooi gebaar. Er komt een zuster binnen met de krant.” Ach “zucht de buurvrouw,” ik kan hem beter opzeggen want ik kan de krant niet meer lezen” Ze wijst op de radio. Ze hoort nog prima, maar het wereldse nieuws doet haar niets. Ze wil weten wie er uit haar bekende buurt dood zijn gegaan, of er bekende bij zitten.
Om haar vandaag ieder geval te informeren over de doden van de laatste week lezen we de overlijdensberichten voor. Eerst het dorp en mocht ze dat kennen, dan de naam.
Niemand die ze kende. Of wij gehoord hadden van de man die zijn zoontje in de wasmachine had gestopt? Zoontje ging er dood door. Inderdaad, wij wisten het.
Ze zucht. Het is een onbegrijpelijk wrede wereld. Het is.
Dan klaart haar gezicht op want ze heeft groot nieuws te vertellen. Volgend jaar gaat ze terug naar haar huis. Dochterlief gaat met pensioen ( 57 jaar!) en samen gaan dan ze in het huis wonen.
Het geeft haar hoop en volharding het hier nog even uit te houden. Nu doodgaan zou zonde zijn, want sterven op de heuvel waar ze haar hele leven heeft gewerkt en gewoond is een eenvoudige en begrijpelijke wens die nog werkelijkheid kan worden.
Als we bijna bij de eetzaal zijn aangekomen richt ze zich zo recht mogelijk om een kus voor afscheid te geven en te ontvangen. We gaan de winter in, en pas in het vroege voorjaar zullen we elkaar bij leven en welzijn weer aantreffen.
Ik geloof het warempel.
zaterdag 10 december 2011
klaar
We zaten in frankrijk. Eigenlijk een reis om niks want per saldo zijn we er nog geen hele drie dagen gebleven. Familiale verplichtingen en werk lieten een langer verblijf niet toe. Enfin, de derde wereldoorlog leek uitgebroken, t'is net of alle soldaatjes hun laatste restje kruit nog snel even de lucht in moeten schieten voor het nieuwe jaar om is. Dat staat goed op de balans en geeft aanleiding tot dezelfde hoeveelheid voor volgend jaar. Boekhouden. Het weer was idioot. Niet koud maar grijs en grauw. De meegebrachte vruchtbomen konden moeiteloos de grond in.
Nog even de ketting geslepen van de zaag, en het ding schoongemaakt.
En de WC bril maar gerepareerd. Het arme ding hing er al twee jaar wat troosteloos bij.
Tijd vliegt om.
Boem. nog een dreun van een twintigponder. Schieten maar jongens.
Als de nacht invalt knettert het nog steeds. Vuurwerk in december.
Ach ja
Abonneren op:
Posts (Atom)