Totaal aantal pageviews

over allerdaagse dingen

Dit is mijn naakte waarheid blog
nu ook te lezen op naturisme totaal







dinsdag 31 augustus 2010

protocollen








Sommige gebruiken wennen nooit.

Neem nu telefoneren in Nederland. Wij doen onzinnig.
Als bij ons de bel over gaat noemen wij onze naam om vervolgens maar af te wachten wie ons heeft gestoord in de dagelijkse bezigheden. Wie heeft dat verzonnen?
In frankrijk blijft de gebelde anoniem tot dat de beller de naam van de persoon die hij wil spreken heeft aangekondigd. Het opnemen van een telefoon in frankrijk vergt dus voor de doorsnee nederlander een grote mate van aanpassing en doorzettingsvermogen.

Het meteen roepen van je toch al niet verstaanbare nederlandse naam in de hoorn schept aan de franse zijde verwarring. Anderszins is beantwoorden op zijn frans risicovol indien een nederlands familie lid je wil informeren over het slechte weer waarin ze verkeren omdat een simpel “Qui?” niet zelden de beller uit schrik laat doen ophangen. “ Had ik toch een fransoos aan de lijn” hoor ik ze in gedachten verontwaardigd naar hun achterban roepen.

Gelukkig geeft de beperkte bandbreedte die telefoons nog altijd ten deel vallen toch wonderwel een zo groot spectrum van de stem weer dat we bijna altijd de beller herkennen aan zijn stem om de persoon daarna met z’n naam aan te spreken. Ook dat is on-frans. Pas wanneer men zich heeft vergewist dat de juiste ontvanger voor het bericht zich aan de lijn bevindt maakt men zich zelf herkenbaar. Zo hoort het hier.

Het vergt enige gewenning in het begin maar dankzij de moderne technologie hebben we de simpele oplossing voor de hand liggend.
Als de bel gaat kijken we eerst op het display om aan het landen nummer te ontdekken uit welk land men ons aanroept zodat wij de beller met het juiste protocol weten te beantwoorden.

Dat werkt feilloos zolang natuurlijk de beller zijn nummer met ons deelt.
Als onze mobiel op een morgen ons uit dromenland helpt lezen we niet het vertrouwde 33 maar landcode 28 in het display.

Wat zeg je dan ?

mooi


Achter, bij de zoom van ons terrein staat een oude boom. Meer dan een manshoge uitgeholde stam is het eigenlijk niet, z’n kruin heeft ie vele jaren geleden in een storm moeten afstaan en dat is hem slecht bekomen.
Nu is het een dode boom.
Je kunt letterlijk in hem plaatsnemen. Zijn licht gebogen holle vorm lijkt je daartoe uit te nodigen en zijn voeteneind is bedekt met een zachte vulling van mos en bladeren.
Tussen al het overige groen en bruine groeisel staat zijn schil nog immer fier rechtop.

Hij biedt huis aan veel kruipend gedierte en af en toe laat een groene specht een roffel horen op zijn bijna verteerde hout. Mooie zwammen kruipen tegen zijn voet omhoog zodat het lijkt dat alsof hij pantoffels draagt. Hoe oud zal de boom geweest zijn? Er staan hier zulke oude bomen.

Op een vroege morgen, met zachte strijk licht van de opkomende zon dat net door het bos weet door te dringen hou ik even stil bij de oude boom. Het ruikt lekker.
Ik leun tegen de vermoeide stam en smelt samen met zijn vorm.

Een heerlijk begin van de dag.

Stroomloos


Het blijft lastig zonder stroom. Hoewel veel minder frequent als in vroegere dagen wil hier de stroom nog wel eens haperen. Het waarom wordt zelden opgehelderd, men aanvaard het gewoon als een fact of life en vraagt niet naar de reden van uitval.

Het duurt meestal niet lang, zo’n onderbreking. Althans, in de regel blijft het bij een aantal minuten tot hooguit een half uurtje weg. Maar meer dan een dag wordt lastig, dat overkwam ons enkele jaren terug. Onze vriezer houdt zolang niet vol, zodat we noodgedwongen de koteletten en slavinken maar hebben gebraad en we drie keer per dag konden dineren.

“Zouden we geen generator aanschaffen?” had mijn ega geopperd. Maar tot op heden is het er niet van gekomen en gelukkig ook niet noodzakelijk gebleken.
We zouden het ook alleen maar gedaan hebben om de inhoud van de vriezer te waarborgen tegen premature dooi. En voor warm douche water want de geiser verrekt het zonder 230 volt. Maar ach, een poosje zonder elektra leven kan hier best.

Jaren geleden viel echter de stroom uit te midden van een omvangrijk bouwkundig project met veel stenen en cement. Dan is een stroomuitval bijzonder vervelend, kan ik U verzekeren. Ik was zo druk met de toestand dat ik vergat dat de cement mixer nog halfvol vers beton zat zodat ik de volgende dag ( nog steeds geen stroom) de inmiddels uitgeharde beton aantrof. Dat is niet leuk.

De ergste stroomuitval was in de winter van 1999. Een grote allesvernietigende storm had het leven in de provincie en ver daar buiten ernstig ontregeld. Hele bossen waren omgewaaid en veel palen met kabels waren weggeblazen. Vriezers met kalkoenen, reeen en konijnen ,volgestouwd voor het grote millennium feest liepen langzaam vol water.
Op order van de burgemeester werden inwoners gesommeerd hun vriezer naar het gemeentehuis te brengen alwaar ze werden aangesloten op de in de haast geregelde generator . Een praktische oplossing.

Drie weken was er geen stroom. Hartje winter. De paar gelukkigen die wel een eigen generator hadden vielen natuurlijk zo op. Het toch al duistere landschap was toen nog donkerder dan normaal.

Deze avond kleurt grijs.Het is nog warm buiten. Kans op orage, hadden we horen zeggen bij de bakker.
Zwarte wolken verschenen aan de hemel en in de verte lichtte het al op.
Als nu het licht uitvalt moeten de kaarsen maar aan. Daarvan hebben we handen vol in huis want je kunt immers nooit weten?

Ik werk nog even op mijn lap top. Dan trilt het huis van een zware donderklap.
In het portiek kijken we hoe het onstuimig weer over ons heen trekt. Onweer vinden we prachtig. Weer een flits, bijna loodrecht en wel een paar seconden lang. Weer dreunt het en de glazen ramen in het portiek rinkelen. Dat was best dichtbij.

Als ik de volgende ochtend mijn lap top wil opstarten doet ie niks. De voeding blijkt defect. Die ene flits zal het wel gedaan hebben.
Ik hoor mijn moeder nog roepen als het weer eens donder en bliksemde. Stekkers uit de stopcontacten en ramen dicht!

Goed advies toch wel...

maandag 30 augustus 2010

Onverwachte hulp



Het was mijn vrouw die mij vrij nuchter waarschuwde dat ik net over een slang was gestapt. Ik had het hele geval niet gezien maar toen ik me om draaide zag ik hem liggen, net achter de hoge drempel van ons portiek.
Nu komen er hier verschillende soorten voor, maar de meeste die je ziet zijn morsdood.
Overreden ,zo lijkt het. Met het aantal auto’s dat zich hier dagelijks verplaatst echt botte pech denk ik dan want vier auto’s per dag op hoogtijdagen noemen we druk.

Deze slang was alles behalve dood. “Snel, haal de camera” siste mijn vrouw. Toen ik met het ding in de aanslag terug kwam was de slang in een gat van de muur verdwenen.
“Ik zie z’n kop” fluisterde ze en wees.
Inderdaad zag ik iets wat op een slangenkop leek. Het tongetje ging in en uit.

“Wat is het?” vroeg ik. Mijn vrouw weet alles, best handig. “Het leek op een adder”
Ik had weinig zin om met een adder in huis opgescheept te zitten. Slangen zijn onaantrekkelijk en als ze giftig kunnen zijn al helemaal niet leuk.
Na een poosje te hebben gepost voor het gat kroop de slang naar buiten.
Een lang ding, toch nog wel. Ik nam een foto en mijn ega zocht het op in de grote dieren en insecten gids die ons telkens weer uit de brand weet te helpen.

“Het is een gladde slang” kwam ze tot de conclusie. Volgens de beschrijving moeilijk te vinden want ze blijken erg schuw. Houdt van muizen en kleine reptielen. “Een vriend dus”, zo merkte ik op .We hebben muizen genoeg dit jaar, maar gelukkig zitten de meeste buitenshuis.
De slang was inmiddels een ander gat van het huis ingedoken en hield zich nu schuil.

Al lang blij dat het geen adder was lieten wij de slang met rust en keerde terug naar onze bezigheden.
Toen de volgende ochtend we wakker werden van het kabaal van de relmuizen zagen we er een voor pampus liggen op het grasveld.

Werk van de slang?

Allo?


We hebben sinds kort een bel hangen. Een stevig donkergroen ding dat is opgeleukt met een redelijke gelijkende afbeelding van een galopperend paard in het zwart met een gouden halster. Gekocht op een brocante.
“Dan kunnen de mensen tenminste bellen als ze bij de deur staan” was het argument van mijn vrouw om de toch wel wat prijzige bel aan te schaffen. "En dan kun je wat aanschieten, als ie gaat".

Dat kan handig zijn inderdaad, want ik loop meestal zonder kleren rond en het is meer dan eens voorgekomen dat ik oog in oog kwam te staan met onverwacht frans bezoek dat zoekend naar een niet bestaande bel wel mijn blote verschijning zagen verschijnen en zoiets verwacht je niet direct, daar kan ik me wat bij voorstellen.

Een paar dagen terug stonden nog twee gendarmes aan ons portiek “Allo” te roepen terwijl wij met z’n allen in de keuken zaten te schuilen voor een mals doch gestadig vallend buitje.
Of we wisten van het stookverbod? Wij ontkenden. Een grote berg snoeihout dat we tactisch aan de kant van de weg hadden opgetast was die ochtend met behulp van een liter peut in vlammen opgegaan maar de oplettende agenten van de gendarmerie hadden de stapel op hun vroege ronde al wel opgemerkt en waren op de terugweg extra langs ons gereden om te zien of de fik er in was gestoken.

En hoe.

“Dat is in juli en augustus streng verboden “ beweerde de oudste van de twee “ Dat ik niet weet daarvan?” Ik acteerde de pure onschuld en dat was niet gespeeld. Alors, dat ik nu dat weet en nooit meer doe dan na 4 september, zo sprak de agent me belerend toe. Ik was anderhalve kop groter en droeg alleen m’n kilt.
Ik beloofde het. Er zat wat in, zo’n stookverbod in de droge periode want alles is hier hout wat de klok slaat en een bosbrand zou rap een einde maken aan onze vakantie. Echter vandaag druilde de hemel en het vuur dat was ontstaan had ik netjes in bedwang.

De agenten dropen af. Ondanks het feit dat we hier afgelegen zitten komen ze toch met enige vorm van regelmaat langs om een oogje in het zeil te houden. Ach ja, tis zondag en erg druk zullen ze ze niet zijn, denk ik zo. Zouden ze een bak koffie gelust hebben? Te laat.

We hebben hier inmiddels alle hulpdiensten al aan huis gehad. Tot tweemaal toe kwam de brandweer ons ontzetten van grote bijen nesten die tussen luiken waren gaan wonen in plaats van de aangewezen bijenkasten. Imkers stonden machteloos;” bel de pompiers maar” . Tegenwoordig vullen we de ruimte tussen luiken en raam op, dat is afdoende.
Was het eerst gratis, nu mogen we voor elk pompiers bezoek 120 euro afrekenen , zo bleek na de tweede keer. De pompiers zelf vonden het schandalig maar de overheid had zo besloten.

In de wintermaand december krijgen we altijd een delegatie van de brandweer op bezoek. Dat is hier traditie. Een kalender met het hele korps op de foto wordt je dan overhandigd en dan geef jij hun een goeie fles en een klein geldbedrag voor het brandweer fonds als tegenprestatie. Als we d’r zijn en we ze opmerken als ze bij de deur staan zijn ze van harte welkom.

Nu hebben we een bel. Handig hulpmiddel voor onaangekondigd bezoek en ook nog eens een mooi alarm als de tafel gedekt staat. Hier draagt een bel een heel eind.
Alleen de kleur moet anders. Het paard gaat wel maar het donkergroen steekt nogal op z’n Staphorst af tegen het licht blauw van het portiek. Een koper kleurtje is misschien toepasselijker. En een naambordje zou ook niet gek zijn
Want iedereen kent ons hier maar zelden weten ze onze naam.

We zijn hier voor de meeste gewoon Les Vosins; of die hollanders..


Met een bel.

zondag 29 augustus 2010

Na-zomeren



Hoe komt een naturist de winter door? De vraag wordt gesteld op de site van de NFN en je kunt je leuke kiekjes opsturen voor het winternummer. Zo snel gaat een jaar om.
Om negen uur is het gewoon donker en de temperaturen doen niet denken aan de zomer maar eerder aan herfst.

Tijd voor de sauna misschien? Er zijn van die doorgewinterde blootlopers die kostte wat kost ook in de winterperiode hun kleren uit willen laten en daartoe de kachel maar flink laten loeien. Bloot, het hele jaar door, roepen ze . Geen oog voor het millieu ,zo lijkt het.

Kiekjes van naturisten in wintertijd. Wat zullen we verrast worden door inventieve oplossingen en humoristische plaatjes van guitige bloot lopers. Als U een gelukkig lid bent van de ANWB kent U vast wel die familie kiekjes die ongevraagd naar de redactie worden opgestuurd en vaak nog geplaatst worden ook. Nimmer bloot natuurlijk, want de ANWB hanteert een strikt anti bloot beleid.

Ik zal eens kijken in mijn zonnige collectie bloot kiekjes . Met wat photoshoppen moet er toch iets leuks uit te boetseren vallen. Het zomer nummer dat de NFN ons had toegestuurd leek weer op een reisgids. Ach, er zullen vast mensen mee zijn blij gemaakt.

Hoe kom je uberhaupt de winter door. Een onverwarmde garage noodt niet uit voor een grootscheepse restauratie van een in een vlaag van verstandverbijstering aangeschafte bromfiets of anderzins klus gerichte activiteiten. Evenzo is de zolderkamer ook niet het meeste gezellige oord in huis om daar op een ouwe laptop
de franse taal aan te scherpen.

Als er nu hout zou liggen voor de open haard dan was daar nog wat lol aan te beleven . En dan de collectie met sleetse dia’s eens naar beneden verhuizen en projecteren op de muur.
Lekker glaasje port d’r bij, stukkie ouwe kaas..

Of het theater in. Of toch maar weer lid worden van de badmintonklup om toch ook nog wat aan de broodnodige conditie te doen? Is dat leuk genoeg om in beeld te brengen voor het laatste nummer Uit? U roept het maar hoor.

Het giet weer eens buiten en het is nog maar eind Augustus. Wie weet wordt September een pracht maand en zitten we nog tot diep in oktober op een terras na te zomeren.
Niks geen winter gedachtes nu dus.

Lekker gaan na zomeren.

zaterdag 28 augustus 2010

Herinnerd worden


Onderweg staat er altijd muziek aan. Vroeger deed ik dat vooral om de vreemde rammeltjes van mijn ouwe auto te maskeren. Ik heb een cd wisselaar die alleen echte cd’s vreet en kan er 6 in kwijt. Das niet veel voor 10 uur rijden maar goed.
Als de laatste CD is afgelopen besef ik me dat alle artiesten die zijn langsgekomen dood zijn. Toon Hermans, Ramses Shaffy, Bram Vermeulen, Bob Marley (zonder z’n Whalers)
J.Sebastiaan Bach ( die al wat langer). Maar hun werk leeft voort.

Het is wat luguber maar ik kan het niet laten om te verzinnen welke mij bekende creatieve nederlanders het einde van dit jaar niet zullen halen. Rijk de Gooyer is al een poos uit de running, ik heb een TV serie van hem op DVD bij me en onderin het dashboard kastje ligt een hilarisch radio interview van hem die door de VPRO is uitgezonden; marathon interview, aangekondigd door Cor Galis, die al lang geleden dood is gegaan
Zo mis ik ook nog altijd die gekke Theo Koomen bij het wielrennen. De Tour was anders dan anders, dit jaar.

Vonhoff is dood. En Van Mierlo ook . Zijn partij is inmiddels monddood. Dries van Agt is trouwens bijna tachtig! Tony Eijk? Die ziet er zo papperig uit , de laatste keer dat ik hem zag. Een gezellig mens.
Zo vliegen er kilometers om met gedachtes. Je moet wat hebben gepresteerd om te worden genoemd in het nieuws. Ik zal het nieuws niet halen hoor. De krant niet eens, als het aan mij ligt. Bouwvakkers die de grote kerk van Den Bosch hadden gerestaureerd hadden daar een fles in gemetseld met een boodschap aan het nageslacht.
Zoiets zou ik bij mijn franse bouwwerk ook kunnen overwegen.

Die bouwvakkers hadden zelf namelijk ook een fles met boodschap gevonden .
Van ambachtslieden die in de oorlog aan de kerk hadden gewerkt.
“Aan de Vinder van dit bericht: Wij hoopen dat U het beter zult hebben dan wij nu”

Over honderd jaar is de hele populatie die nu op aarde vertoeft op een sterveling na uitgestorven en wordt deze planeet bewoond door allemaal nieuwe mensen.
Ton van Duinhoven op de TV. Ik herken zijn markante stem. Er wordt van alles over hem verteld . “ Is ie dood?” roep ik naar mijn vrouw die in de buurt staat van de TV.
Ja.
Die had ik nooit verzonnen. Wim de Bie en Kees van Kooten hebben nog wel even. Van Kees hoor of zie je nauwelijks wat, terwijl Wim zijn dagen slijt als Nationaal Mental Coach van Nederland. Niet te lang blijven doen, Wim.
Vandaag lees ik dat Anton Geesink is gaan hemelen. Het IOC rouwt. Ik hoor nog de geweldige imitatie door Erik van Muiswinkel; “Ik volg de Statuten en Regelementen”
Rust zacht hoor Anton. Is altijd in Utrecht blijven wonen. Kreeg ooit een pak op zijn donder door Rijk toen hij een brood stal uit hun bakkerswinkel. Dat weet ik. Dat ligt allemaal vast op band namelijk. Zo wordt je herinnerd.


Niet vergeten een briefje in een flesje te stoppen, voor in de muur. Dat het dan ooit gevonden wordt .
Dan weten ze wie hem heeft gemaakt. En waarom.

Maar wat schrijf ik hun?

Houttwist


We hebben een discussie in het frans. Dat valt om de drommel niet mee maar ik geef me niet gewonnen. Het gaat over een houten dakconstructie.
Kun je daar over twisten?
Jazeker.

Pierre heeft zijn zinnen gezet om mij een frans dak te laten bouwen.
Hij is een stevige en lange fransman en vrijgezel ,die in een prachtig maar zeer afgelegen huis op zijn erf een zagerij heeft en sinds mijn bouwproject mijn hout levert en ons al menig keer met goede tips en handige adressen heeft geholpen. Hij kent veel mensen en is geboren in de streek en heeft er 10 jaar over gedaan om zijn huis van de grond af op te bouwen maar het is een plaatje van een ding, met veel stevige eiken balken en een geweldige mooie eikenhouten serre die over het dal een prachtige blik verschaft.

Een frans dak dus.
Niet helemaal onlogisch natuurlijk, de schuur die ik bouw staat in frankrijk maar ik vind dat ik er een nederlandse tintje aan mag geven. Mijn ontwerp kost minder hout, maakt de zolder geschikt om er over heen te kunnen kruipen en doet kwa sterkte niet onder voor elk frans ontwerp. Pierre knikt zijn hoofd. Ik word overstelpt door argumenten waarom zijn constructie zoveel beter is dan wat ik heb verzonnen. Wist ik wel hoe zwaar een dak moest zijn om tegen de onstuimige november stormen bestand te zijn.
En wat had ik gedacht van de dikke pakken sneeuw die hier vallen? Dat kende holland niet.

Ik moest toegeven dat ik de pakken sneeuw van hier niet kon vergelijken met die in nederland. “Maar het glijdt er toch ook weer van af?" sputterde ik tegen.
De uitdrukking “van een leien dakje” kon niet zomaar verzonnen zijn. Pierre bleef onverbiddelijk . Hij schetste en ontwerp waarbij hij aan elke getekende balk een mooie franse naam plakte en hield me het uiteindelijke ontwerp triomfantelijk voor mijn ogen. Zijn toch al luidde stem werd nog luider bij het aanprijzen van zijn beproefde en schier onverwoestbaar design.Dit dak zou mijn klein kinderen nog overleven. Dat valt nog te bezien, die kleinkinderen dan..
“Voila” Ik kon niet ontkennen dat de constructie degelijk in elkaar gestoken zat maar ik bouwde geen kathedraal voor de eeuwigheid maar slechts een simpele schuur van 9 meter lang die moest blijven staan voor de tijd dat ik hier op aarde mag rondlopen en een beetje langer.

D’accord” zuchtte ik met enige tegenzin, “Jij hebt gewonnen “ Pierre glimlachte bij het horen van mijn toegeeflijkheid . “Combien?” wees ik op het hout. Hij nam zijn kladje mee de serre in en sloeg aan het rekenen. Hout gaat hier in kuub en niet per balk. Het bleek mee te vallen, zoals eigenlijk altijd bij hem. “Kom je het brengen, de volgende vakantie? We hieven een toost op het franse ontwerp en als bonus gooide hij er nog een belofte tegenaan dat hij iemand zou vinden die me kon helpen met het maken van het dak. Proost dan maar.

De volgende vakantie brak aan en na een telefoontje kwam inderdaad Pierre een grote lading hout brengen. Prachtige balken, en al op maat gezaagd. Maar waar hoort nu wat? Ik haalde de schets tevoorschijn en hij weest per balk aan op de tekening zodat ik er met potlood snel mijn naampje op kon zetten. “Schuin ding nr 1” , “ lang eind boven” , op die manier dus..

De volgende dag nam ik mijn ontwerp en die van Pierre nog eens rustig door. Ik vond nog steeds mijn ontwerp logischer en praktischer in gebruik, zeg maar.
Volgend jaar begin ik aan het dak.

Ik kan nog even dubben.

vrijdag 27 augustus 2010

Afkicken


Zo.
Ook zo genoten van de vakantie, of mag U nog?
Het is in sommige streken van Europa maar behelpen geweest met het weer. In Frankrijk kwamen we mensen tegen die naar aanleiding van de slechte voorspellingen het noorden voor gezien hielden en toch maar de warmte van de zuidelijke landen van Europa kwamen opzoeken. Wij hadden ook prettig weer, dank U, ondanks dat we op een behoorlijke hoogte vertoeven.

Vroeger speelde het weer altijd een dominante rol wanneer we op vakantie waren. Engeland , daar gingen we altijd heen, vanwege studie vrinden en mooie streken.
Behalve het weer. Altijd regen en bittere temperaturen, ook als het hoogzomer was.
Zat je in een steenkoud huis en keek je op de BBC met afgunst naar streken waar het wel dertig graden werd. Meer als veel regen en vaak kou komen mijn herinneringen aan die Engeland vakanties niet. Maar goed, het zal ook wel best mooi weer geweest zijn, ooit.

T’is niet voor niets dat veel engelsen de vlucht nemen naar Frankrijk of Spanje. Vanwege het weer. De taal is dan een probleem maar er zijn toch redelijk wat engelsen die zich de moeite getroosten om de taal meester te worden. Dat helpt enorm om te worden geaccepteerd. Nederlanders die de fransen niet moeten en hun vooroordeel over frankrijk zo klaar hebben liggen blijken veelal de taal niet machtig en storen zich aan het feit dat een fransman in frankrijk frans praat en geen nederlands..

Toch verplaatst er elk jaar weer een stroom van buitenlanders om zich semi permanent te vestigen in dit mooie veelzijdige land, waar ook nog eens het naturisme zich in een stijgende populariteit mag verheugen. Viva La Douce France dus,
Maar ook in frankrijk loopt de vakantie op haar eind. Ruim anderhalve maand lag frankrijk op 1 oor. Noord ging op bezoek bij zuid. En dit weekeinde keert Noord weer terug. Het zal voor iedereen weer wennen worden. Ook voor mij. De kleren moeten weer aan, noodgedwongen of vanwege de kou die nederland als bitter welkom voor ons in petto had.

Gelukkig hebben we de foto’s nog.