Totaal aantal pageviews
over allerdaagse dingen
zondag 14 februari 2010
Oud lijf
Om een goed beeld te krijgen hoe de mens kan aftakelen moet je een bejaardenhuis bezoeken.
Als wij in frankrijk zitten slaan wij zo'n bezoek zelden over want sinds een aantal jaren vertoeft onze buurvrouw in een mooi onderkomen dat is gebouwd in een stadje in de buurt. Onze komst is altijd onaangekondigd. Enerzijds omdat wij haar telefonisch toch niet zouden weten te bereiken, anderzijds is de kans dat ze er niet is niet heel groot.
Bij zonnig weer zit de entree van het bejaardenhuis vol met oude van dagen.We krijgen niet de indruk dat ze op iemand zitten te wachten want in al die keren dat we op bezoek zijn geweest hebben we nooit ander bezoek aangetroffen. Wel erg veel personeel dat in keurig lichtblauw uniform ons altijd vriendelijk begroet. We kennen inmiddels de weg naar haar kamer maar we melden ons natuurlijk telkens netjes aan.
Een keertje troffen we haar niet aan.
Het was nog geen etenstijd. Nooit rond die tijd komen, want ze geven niet thuis, die bejaarden.
Al zou je van amerika net zijn ingevlogen, eten in frankrijk blijft tot aan de dood een bijna heilig ritueel dat geen verstoringen van buitenaf verdraagt.
Ze bleek na enig zoeken bij de entree te zitten.We hadden haar niet opgemerkt.
Een piepklein gebogen mensje met her en der nog een stompje tand maar met twinkelende ogen." Ahhhhh les vosins". Hoewel het mijn vrouw is die altijd 98% van de conversatie met haar voert, herkent ze direct mij maar nooit haar.
Een paar kussen op de wang een praatje over het huis, het weer en de zeer lokale nieuwtjes, maar wat wij haar vertellen weet ze allang want onze postbode komt wel eens bij haar op bezoek, weten we.
Ze hoort het allemaal nog prima, als je hard praat.
Sommige entree bewoners zijn wakker geschrokken uit hun doezel en staren het tafereel met bijziende ogen aan. Anderen daarin tegen blijven stoïcijns in de verte turen. Ik geef ze groot gelijk. Het is beter te vergeten waarom je hier zit. Ik tuur naar een hele mooie jonge meid die een bewoner voorziet van een slabbertje. 80 jaar leeftijdsverschil, schat ik zo.
De buurvrouw legt het kleinigheidje wat we hadden meegebracht op het tafeltje naast haar op de krant, het enigste vertier waar ze elke dag mee bezig is. Televisie of radio moet ze niet.
De krant ligt opengeslagen op de rouwadvertenties. "Ik ben er nog steeds" zegt ze , wijzend op de pagina's van de doden..
"Die ik ken van vroeger zijn allemaal dood" We knikken instemmend, maar we kennen niemand uit haar wereld.Een laatste groet en we zijn weg. Komt er nog een volgende keer?
S'avonds staar ik naar mijn blote lijf in de spiegel. Ik zie het.
De gang naar aftakeling is niet te stoppen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten